Om kwart voor 5 gaat de wekker. Alles heb ik de dag ervoor minutieus klaar gelegd, dus in no time ben ik in mijn outfit gehesen en zit ik aan de brinta en een vers bakkie thee. Ik heb geen haast, maar wil toch zo rond 6 uur in Bourg zijn, omdat ik dit keer vooraan in mijn startvak wil staan. Dit heeft als hoofdreden dat ik daardoor hoop te voorkomen dat ik in de drukte op de top van de Glandon weer minuten ga verliezen zoals 3 jaar geleden toen ik halverwege het laatste startvak begon. Jos loopt me naar de auto en wenst me succes. Hem zie ik pas weer over een uurtje of 3 a 4, vlak bij de Barage du Grand Maison, zoals we eerder deze week hebben afgesproken, om de eerste bevoorrading te doen.
Ik rijd de auto naar een vooraf besproken parkeerruimte bij een hotel vlak bij de start, waar we gisteren de eigenaar om toestemming hebben gevraagd. Ja, vandaag mag niets aan het toeval worden overgelaten.
Het is koud in Bourg, slechts 6 graden. Ik heb mijn mouwstukken aan, en besluit nog even te wachten met het aandoen van mijn regenjackie tegen de kou. Ik stop de vooraf geselecteerde koeken en gelletjes in mijn achterzakken. De middelste zak laat ik vrij, want daar moet mijn regenjackie in, straks als we worden losgelaten. Ik heb mijn jack alleen bij me tegen de kou bij de start. Ik hijs nog een euroshopper red bull achterover, sluit de auto af en rijd richting de start streep. Als ik de pijlen voor mijn startvak heb gevolgd (starnummers 4000 tot 8999) blijk ik als allereerste daarin aan te komen!? Ben ik dan de enige idioot die zich bijna 2 uur voor de start aanmeld?
Langzaam druppelen steeds meer idioten het startvak binnen. Twee daarvan zijn Engelsen die mij vragen hoe laat de start is. Als ik ze meld dat dat pas over ruim anderhalf uur is reageren ze uiterst verbaasd. Geen huiswerk gedaan. Ik zie veel eenlingen onder wie met name italianen. Die spreken geen woord Engels, dus er valt weinig te keuvelen om de tijd te doden. Er stopt een oudere man van ik schat rond de 60 en zet zijn fiets achter de mijne tegen het hek. Mijn oog valt op zijn polar waaruit blijkt dat zijn hartslag maar 61 is. Later werp ik er nog een paar keer een blik op en zie ik waardes van in de 40!. Mijn hartslag is steeds tussen de 70 en 90, dit door de zenuwen en de kou. Ik heb mijn jasje nu wel aangedaan, want mijn polar geeft aan de dat het nog steeds maar 8 graden is. Het wordt langzaam drukker en drukker. De tijd schiet best op en als de andere 3 startvakken zijn leeggelopen is het de buurt aan de mijne. Ik zie nog net kans om mijn jasje op te bergen als we worden losgelaten om naar de daadwerkelijke startstreep te rijden. Stond ik ruim anderhalf uur eerder nog als eerste in het startvak, nu sta ik ongeveer 100e voor de streep. Daar mogen we nog een extra 10 minuten kou lijden alvorens de vrolijke Franse speaker ons veel succes wenst en we om precies 7h50 worden losgelaten.
In beeld op mijn Polar cadans, afstand en hartslag. Vandaag laat ik me niet aflijden door de snelheid. Die info zie ik later wel op de laptop als ik mn horloge heb uitgelezen.
Na de start is het goed opletten want het gaat hard. Ik manoeuvreer handig van achterwiel naar achterwiel om maximaal profeit te hebben van het zog van anderen. Elke kilocalorie hier uitgespaard is er 1. De benen voelen goed en ik heb er zin an. Ook het lijf lijkt mee te werken, want de hartslag komt niet eens in de buurt van de 160 terwijl ik de eerste 10 km met ruim 40 per uur gemiddeld blijk te hebben afgelegd. De snelheid is zelfs even boven de 50 geweest.
Als ik door Allemont rijd zie ik dat mijn hartslag op mijn polar is weggevallen. Ik rommel wat aan de band, maar hij wil niet. Normaal gesproken reset ik dan mijn polar zodat hij het signaal opnieuw kan gaan zoeken. Maar aangezien ik de totale afstand steeds in beeld wil hebben vind ik dat geen optie, aangezien deze dan weer op 0 begint. Ook wil ik niet stoppen om de band nat te maken want dat kost tijd. Ik hoop dat als ik eenmaal aan het klimmen ben, het zweet er voor zorgt dat het signaal wel weer op gang komt, en laat het dus maar even voor wat het is, en dat is zwaar tegen mijn natuur, omdat ik altijd op mijn gegevens fiets, en nooit op gevoel. Nu begin ik aan de klim, en heb geen idee wat mijn hartslag doet, en doe ik dus maar gewoon wat mijn benen me ingeven. De top ligt op precies 36,4km dus ik kan gaan aftellen. Elke keer als ik een kilometer heb afgelegd trakteer ik mezelf op een 4 tanden zwaarder verzet en ga 20 pedaalomwentelingen op de pedalen staan om daarna weer terug te vallen in het zadel en weer terug te schakelen naar het kleinste verzet. Hier zit weinig filosofie achter, behalve dan dat ik beenspieren even anders kan aanstrekken. Het klimmen loopt goed. Ik heb snel een lekker ritme te pakken, en hoop maar dat ik niet op het randje aan het fietsen ben. Snel haal ik al renners van de voorgaande startgroepen in en zie zelfs al twee mensen naast hun fiets lopen!?! Ik reed bij aanvang van de klim redelijk vooraan de laatst gestarte groep en daardoor is het tijdens de klim een stuk rustiger. 3 jaar geleden reed het 5 rijden dik en was het flink manoeuvreren tussen slingerende medeweggebruikers.
De tijd en afstand vorderen snel terwijl ik lekker aan het klimmen ben. Ik heb geen idee wat de hartslag doet en gek genoeg maak ik me daar niet eens zorgen om, hoewel het twee kanten op kan gaan. Óf ik fiets met een te lage hartslag en dus te lage snelheid waardoor ik wellicht mijn doel niet ga halen, óf ik fiets met een te hoge hartslag waardoor ik me vroeg of laat vandaag een keer ga tegenkomen. In Rivier de Allemont vlakt het kort even af en zie ik kans al fietsend de band van mijn hartslagmeter opnieuw te bevochtigen met water uit mijn bidon. Maar hoe ik ook piel, er komt geen hartslag in beeld. Ik besluit op dat punt dat het dan maar jammer is; vandaag zonder hartslag. Op de belangrijkste dag van het afgelopen jaar ga ik dus zonder monitor proberen het maximale uit mezelf te halen. Als dat maar goed gaat. Ik zou natuurlijk gewoon even kunnen stoppen, de band goed nat maken en goed doen, en mijn polar resetten, maar dat wil ik pertinent niet. Het moet maar zo.
Als ik na de korte afdaling even door de gegevens van mijn polar scroll om te zien wat de temperatuur is merk ik op dat ik op dat punt nog maar net een uur bezig ben. Hmm, ik frons mijn wenkbrauwen en fiets lekker door. Jos zal wel verrast zijn dat ik eerder als gepland bij hem ben.
Op het afgesproken punt kondig ik mijn komst aan door de portofoon en bestel meteen een nieuwe bidon isostar. Eenmaal bij Jos geef ik mijn jasje en lege bidon af die ik even later gevuld weer terug krijg als Jos langszij komt rijden. Dit is wel super hoor. Geen zorgen over te weinig drinken of eten en atijd iemand in de buurt.
Als ik de tweede korte afdeling na de Barrage de Grand Maison heb gehad bevind ik mij nog steeds in redelijk rustig vaarwater. Dat geeft hoop op de top en kans op minder drukte. En inderdaad, als ik zicht heb op het laatste stukje van de klim zie ik slechts een ranke rij fietsers omhoog kruipen, dus het staat er niet stil. Dat is een opsteker.
Bijna boven zie ik Jos voor het laatst op de Glandon. Hij daalt af via de Croix de Fer en hem zie ik weer ergens in het dal van Maurienne. Als ik over de tijdregistratiemat op de top van de Glandon ben gefietst druk ik ook mijn polar af om de rondetijd te registeren. Mijn ogen vallen haast uit mijn kassen als op mijn schermpje 1h51m verschijnt. Klopt dat? Kan dat? Dat is ruim een kwartier sneller dan in 2008, en zonder het oponthoud op de Glandon heb ik hier dus al bijna 20 minuten in de pocket! Verbazing en euforie over de gereden tijd overheersen als ik de afdaling aanvang. Ik moet mezelf hier snel tot de orde roepen, want deze afdaling vergt de nodige concentratie. Het is aan deze kant van de Glandon wél erg druk dus het is goed oppassen. Ik wil gewoon lekker afdalen maar niet op het randje. Ik wordt op een gegeven moment gepasseerd door een Brit en omdat hij andere renners netjes inhaalt maar geen risico neemt, volg ik hem. Soms schiet ik hem voorbij en neem ik de kop even over. Het is nog steeds niet erg warm, en ben dus blij dat ik mijn mouwstukken nog niet heb uitgedaan.
Er doen zich in de afdaling geen rare fratsen voor zoals ik 3 jaar geleden heb gezien, maar wel zie ik een renner duidelijk aangeslagen in de berm zitten. Ik denk dat hij onderuit is gegaan op een recht stuk weg, met hoge snelheid dus. Gelukkig is er reeds een hulpverlener ter plekke.
Bijna beneden schiet op een slecht stuk asfalt ineens de portofoon uit de houder. Fuck. Ik knijp in mn remmen en snel stop ik mijn fiets (wat me op de nodige opmerkingen van mede-afdalers achter me komt te staan) en rijd ik een stuk omhoog om hem te zoeken. Ik zie hem nergens en na een korte zoektocht in de berm besluit ik verder te fietsen. Aarg. Dat is balen. Hoe communiceer ik nou met Jos? Hij is via de Croix de Fer afgedaald, en we hebben geen afspraak gemaakt over waar hij nu op me zal wachten voorbij st Jean de Maurienne. Ik spreek dus snel via de telefoon zijn voicemail in, maar ik weet dat hij z’n telefoon toch niet checkt onderweg, dus ik hoop er maar op dat ik hem ergens langs de weg zie staan.
Ik klok de afdaling af op precies 30 minuten. Voor het klassement wordt de afdaling overigens niet meegerekend. Aangezien de gouden grens daardoor niet meer op 8h49 ligt maar nu op 8h13 rekent de organisatie erop dat de afdaling 36 minuten kost. Ik ben nu 6 minuten sneller waardoor ik totaal dus binnen 8h43 binnen moet zijn. Iets om rekening mee te houden op het eind van de rit.
In het dal van Maurienne vind ik een rappe groep maar het kost me wel enige moeit om deze bij te benen daar er steeds tegen de 40 per uur wordt gereden (blijkt achteraf). Ik begin me een beetje zorgen te maken, want het gaat niet meer vanzelf, en ik voel de benen toch wel al. Zou ik toch te snel de Glandon hebben bestierd? Ik maak me ook lichte zorgen over de samenwerking met Jos, want die probeert nu waarschijnlijk contact met mij te zoeken. Gelukkig zie ik hem ergens langs de kant staan en besluit te stoppen om me te verontschuldigen voor het verlies van zijn portofoon. Jos is echter niet voor 1 gat te vangen, want hij heeft een reserve portofoon bij zich die snel op mijn fiets is geklikt zodat ik binnen een minuut weer in het zadel zit en hij me weer op weg duwt! Wel ben ik nu de rappe groep kwijt, maar in plaats daarvan pik ik aan bij een iets minder rappe groep. Hier kan ik een koek en een gelletje nuttigen.
In St Michel de Maurienne klok ik de Polar weer af als ik aan de klim van de Telegraph begin na een korte plaspauze. Ik heb een kleine 3 kwartier nodig gehad voor het dal van Maurienne. 3 jaar geleden kostte me dat nog 50 minuten dus ook hier heb ik winst geboekt. De klim loopt meteen wel weer lekker, maar hier is het met name druk met auto’s die voor veel oponthoud zorgen waardoor ik een paar keer vervelend uit mijn ritme wordt gehaald als ik moet afremmen.
Onderweg regelt Jos weer een volle bidon water en een hartige sultana. Verder heb ik niet veel nodig.
Tijdens de klim haal ik weinig renners in, maar ik wordt ook niet veel ingehaald. Ik hang dus een beetje tussen renners die een zelfde snelheid hebben. Ik voel mijn benen wel, maar ik kan gewoon rond blijven draaien met een cadans van tussen 70 en 80. Ook op de Telegraph tel ik de kilometers af en ga ik na elke 1000m weer even op de pedalen staan. Zo wordt ik onderweg wel beziggehouden, want ik wil elk moment van staan niet missen en zo ben ik steeds redelijk gefocust op het fietsen en krijg ik eigenlijk weinig mee van mijn omgeving. Ik ben ook weinig aan het rekenen en beredeneren hoe het loopt. Eigenlijk denk ik helemaal nergens aan en ontgaat me alles, behalve de kilometer bordjes en mijn afstand meter op mijn Polar.
Ik vraag aan Jos of hij net als 3 jaar geleden weer een ijskoude cola kan regelen als ik in Valloire aan kom, want dat was toen ook een welkome verfrissing waar ik nu weer naar uit kijk.
Op de top klik ik weer de rondetijd af waar blijkt dat ik 56 minuten over de klim heb gedaan. Ik bedenk me dat ik vorige zomer als pr 54 minuten had gezet, dus mijn tijd doet me niet meteen juichen (later check ik het nog eens en blijk ik vorig jaar 57 minuten over de klim te hebben gedaan, dus het is nog een pr ook). Wel bedenk ik me dat ik er 3 jaar geleden tijdens de Marmotte 1h03 voor nodig heb gehad, dus ook hier heb ik weer minuten gewonnen.
Als ik in Valloire aan kom staat Jos al klaar met het geopende blikje cola. Super! In 2008 stond ik ongeveer 6 minuten stil, en om weer tijdwinst te boeken had ik van te voren aangegeven dat ik niet zou stoppen in Valloire, maar nu doe ik dat toch om na een kort woordenwisseling na 2 minuutjes weer op pad te gaan. Nu de Galibier. 17 kilometer klimmen. Het begin is stijl, maar na zo;n 2 kilometer vlakt het even wat af en stijgt het een tijdje met 3% gemiddeld en dat is wel even lekker. De snelheid blijkt hier achteraf over anderhalve kilometer ruim 24 km/h gemiddeld te zijn. Ook deze klim tel ik de kilometers af en sta ik weer geregeld een tijdje op de pedalen. En ook net als op de Telegraph krijg ik weinig mee van wat er om me heen gebeurt. Ik hoor en zie Jos regelmatig, maar ik heb weinig nodig. Vlak voorbij Plan Lachet loopt het nog wel, maar hoe dichterbij de top, hoe moeizamer het er aan toe gaat. De benen zijn vermoeid, maar de focus is nog goed, want ik blijf goed doortrappen. De kilometer-sta-momentjes helpen me de lange klim door. Wel voel ik bij de laatste paar keer dat ik op de pedalen ga staan een gevoel van kramp in beide bovenbenen op dringen, en dat baart me wat zorgen. Ik besteed er op dat moment verder niet zoveel aandacht aan, en dat is vast niet zo slim. Bij het tunneltje, als de laatste kilometer in gaat, overhandigd Jos me mijn regenjack om me bij de afdaling tegen de kou te beschermen. Jos zie ik nu even voorbij Col du Lautaret weer op een afgesproken parkeerplaats, alwaar ik mn jack weer zal inleveren.
De laatste kilometer valt me zwaar, maar ik blijf geconcentreerd door malen. Op de top klik ik de polar weer af die dan 1h28 aangeeft. Dit is zowaar 14 minuten sneller als in 2008, maar heel lang sta ik daar niet bij stil, want ik heb me in de laatste kilometer voorgenomen om op de top even de benen te stretchen, omdat de kramp neiging nu toch wel wat serieuzere vormen lijkt te gaan aannemen. Het stretchen helpt wel iets, maar niet veel. Ik prop weer een Maxim energiegel achterover en een paar slokken water voordat ik me in m;n jack hijs en de afdaling aanvang. Het is koud en ik vind het weer niks. Deze afdaling tot aan de Lautaret is mijn minst favoriete stuk van de hele Marmotte en ben dan ook blij als ik het achter de rug heb. Bij Jos doe ik mijn jack uit en ga weer op pad, op zoek naar een goede groep om de resterende 40km af te leggen. Ik kies een klein verzetje en een hoge cadans om mijn benen rust te geven, en waar het kan schud ik aan mijn bovenbenen om de kramp neiging tegen te gaan. Op een gegeven moment rijd ik achter een rappe kerel die me gebaart over te nemen daar er een flinke tegenwind staat. Op het moment dat ik dat doe schiet de kramp in beide bovenbenen aan de binnen kant van mijn quadriceps en ga dus meteen weer van kop af. Ik probeer de kramp op de fiets er uit te stretchen, maar dat lukt maar mondjesmaat. Gelukkig zit ik in een afdaling, dus heel veel hoef ik niet te trappen, maar als ik maar even de trappers beroer speelt de kramp weer op. Er zit weinig anders op dan even te stoppen om te gaan stretchen. Als ik af stap schiet de kramp nu in beide hamstrings. Als ik deze wil stretchen schiet het in de quadriceps. Ik weet niet waar ik kijken moet, maar probeer de kramp toch weg te krijgen. Ook mijn kuiten spelen nu op. Argg, dit is balen. Hoe krijg ik dit uit mijn benen. Na een korte stop ebt het wel weer een beetje weg en stap ik weer op de fiets. Ik kies een piepklein verzetje, maar dat doet de krampdreiging alleen maar vergroten. Als ik een wat zwaarder verzet kies blijft het wat langer uit.
Ik weet dat kramp veroorzaakt wordt door te weinig drinken. Hmmm. Ik heb inderdaad niet vaak mijn bidons bij Jos laten vullen en echt heel veel heb ik dus niet op. Stom. Ik heb geen idee of het al te laat is, maar ik begin meteen flink te drinken en als mijn bidon water leeg is bestel ik een nieuwe bij Jos als ie even langszij komt rijden. Even later schiet de kramp weer in de binnenkant van mijn rechter- en de buitenkant van mijn linkerbovenbeen. Ik kan er niets aan doen en probeer er doorheen te trappen. Dit is best pijnlijk maar het lukt wel. Gelukkig loopt het nog steeds voornamelijk naar beneden dus zie ik ook regelmatig kans om mijn benen te masseren en los te schudden. Ondertussen blijf ik zoveel mogelijk drinken. Als het even licht omhoog loopt dringt de kramp zich weer bijna op. Ik begin me nu toch echt zorgen te maken, want de voet van de Alpe nadert snel, en met kramp kom ik echt niet boven. Als dat maar goed komt...
Bij Barrage du Chambon staat Jos op de stuwdam. Ik gooi hem mn lege bidon toe en schreeuw om een volle met isostar, die ik even later danook aangereikt krijg. Kort daarop rijd ik op de rechte weg naar Bourg. Ik hoop op een wonder, maar ga er vanuit dat ik straks op de Alpe bij bocht 1 al krom sta van de kramp. Ik begin dus te vrezen dat ik tijd-technisch wel de mogelijkheid heb om op goud binnen te komen, maar dat de kramp dat straks gaat voorkomen. Het zal tocht niet. Weer een flinke teug uit de bidon.
Aan de voet van de Alpe d’Huez rijd ik over de tijdregistratiemat en zie ik op mijn polar 7h01!. Dat betekend dat ik theoretisch genoeg tijd heb om boven te komen binnen de gouden tijdgrens, maar of dat gaat lukken vraag ik me ernstig af. Ruim voordat de weg gaat hellen heb ik mijn kleinste verzetje al gekozen en begin ik rustig de pedalen rond te malen. De eerste paar meters gaan goed hoewel ik vrees voor de kramp. Deze blijft echter uit. Ik blijf zo stil mogelijk op mijn zadel zitten en probeer geen onverwachte bewegingen te maken terwijl ik rustig de pedalen blijf beroeren. Bocht 1 gaat goed. Nog geen kramp. Ik begin het alweer wat positiever in te zien, maar weet dat het elk moment fout kan gaan. Ik ben zo gefocust op het rond draaien van de trappers dat ik ook op deze klim weinig mee krijg van wat er om me heen gebeurt. Omdat ik toch wel steeds vrees voor kramp blijf ik wel drinken. Ondanks dat de kramp uit blijft zijn de benen wel erg vermoeid en verloopt het klimmen voor mijn gevoel erg traag. Jos vraagt zo nu en dan of ik iets nodig heb, maar ik breng weinig meer uit. Meer als een weg-gooi-beweging met mijn hand kan er niet van af. Aan iets eten moet ik sowieso niet denken op dit moment. De klim is echt heel zwaar, en voor mijn gevoel kom ik gewoon niet vooruit. De kramp bljift dan wel uit, maar het loopt nu voor geen meter. Ik tel de bochten 1 voor 1 af. Ik denk ineens aan een korte stop, maar deze gedachte wordt resoluut naar de achterkant van mijn hoofd gedrukt. “Ruud regel 1 tijdens het klimmen: “nooit halverwege stoppen”. Op het open stuk zo’n 3 km onder de top staat een stevige tegenwind. Dat kan er ook nog wel bij. Jos rijd hierbij nog 1 keer langs, en ik verneem via mijn portofoon dat hij naar de finishstreep rijd.
Nog 3 bochten. Ik kan niet meer. Ik sta bijna stil. Nog 2. Nu ben ik bijna bij de “toeristenstreep” vlak voor het tunneltje. Daar vlakt het even af, en dat is welkom dus daar sleep ik mezelf naar toe. Voor het tunneltje kijk ik op mijn polar en neem ik waar dat ik 1h15 minuten aan het klimmen ben. “hé?”, zeg ik hardop? Dan kan niet kloppen? Ik ben helemaal kapot en kruip omhoog, hoe kan ik dan toch slechts 8 minuten boven mijn pr hier aankomen? Ik rijd het tunneltje door, en dan weet ik dat het gaat lukken. Nog 1 bochtje en een kleine kilometer en ik kom tussen de hekken. Euforie schiet door mijn lijf en ik bal mijn vuist al ruim voor de eindstreep. Daar schreeuw ik het uit terwijl ik beide armen in de lucht gooi. Jos staat even na de streep en ik hoor hem roepen. Snel rijd ik over de tijdregistratiemat en klok ik mijn polar af. 8h22! Wat een tijd, dat is dik goud. Wow. Euforie. Ongeloof. Wat ben ik hier blij mee!Overigens blijkt dat ik de Alpe toch nog bedwongen heb in 1h21; 8 minuten sneller dat de 2008 editie!
Kort erna haal ik mijn officiële resultaat op, en staat het zwart op wit: Brevet d’Or! Missie geslaagd!
Het is me dan toch gelukt. Ik had de week voorafgaand aan dé dag toch flinke twijfels. Maar die bleken ongegrond. Het is prima verlopen alhoewel de kramp nog best roet in het eten had kunnen gooien. Sleutel is wellicht geweest het ontbreken van kennis over mijn actuele hartslag omdat mijn polar dus dienst weigerde. Ik denk dat ik steeds op een aanzienlijke hartslag moet zijn bezig geweest, sinds ik op zowel de Glandon als de Telegraph en de Galiber een dik persoonlijk record heb gereden.
Maar het blijkt dus ook dat de hele trainingsstrategie de juiste is geweest. Het is me, nu het gelukt is, zeker elke trainingskilo en kilometer waard geweest, maar ik doe het nooit meer. Het is mooi geweest. Ik ben altijd licht geobsedeerd geweest op de Marmotte maar ben geenszins van plan ooit nog een gooi te doen naar een betere tijd. Dit was het maximale dat ik uit mezelf kan halen denk ik en het is goed zo. Ik ben er erg blij mee, en zal er nog jaren op kunnen teren.
In willekeurige volgorde:
Wilbert van Four2Go. Dank voor het krachttrainigsschema en de adviezen. De training is bewezen effectief geweest daar mijn wattage bij omslagpunt substantieel was toegenomen. Het heeft er zeker voor gezorgd dat ik op elke klim intrinsiek sneller was dan in 2008.
Ivonne. Vaak heb ik op het werk haar om advies gevraagd aangaande voeding. Haar kennis heeft er voor gezorgd dat ik het gewicht goed laag kon houden en ik op de juiste manier de juiste koolhydraten en andere belangrijke voedingsstoffen binnen kreeg.
Dr. Eric van Breda. Hij leverde het trainingsschema waardoor mijn conditie op een dusdanig pijl kwam dat ik vele uren een hartslag van ruim in de 170 kon verdragen. De absolute basis voor het bereiken van mijn gouden doel.
Remco van H. Mijn mental coach die me regelmatig op het werk, ongevraagd van adviezen voorzag en mijn moraal op peil probeerde te houden :)
Dennis vd K. De sponsor die mij voorzag van een prachtige Milremo outfit waarmee ik ruim 8 uur probleemloos op het smalle zadel kon zitten.
Jos. Mijn trouwste blog-volger. Zijn toezegging al halverwege vorig jaar om me op de motor bij te staan tijdens de marmotte was een geweldige opsteker. Zijn aanwezigheid tijdens mijn gouden marmotte was niet alleen goed voor de moraal, hij voorzag me ook steeds van de benodigde zaken. Heel gezellig ben ik niet geweest tijdens de trip, en hij heeft het toch ook best pittig gehad die dag. Dus wat mij betreft heeft hij een wereldprestatie geleverd. Dank je wel! Als ik je ooit moet bij staan op de fiets tijdens een motor-race ben ik je man!
Helen. De waardering die ik heb voor de mogelijkheden die jij schiep om al mijn trainingen te kunnen uitvoeren kan ik bijna niet in woorden uitdrukken. Dank dank dank. Zonder jou was het nooit gelukt en had ik er uberhaupt niet aan begonnen.
Hierbij eindigt dus het verslag van mijn perikelen rond de voorbereiding voor de Marmotte 2011. Ik stop niet met bloggen (zie http://www.ruudfiets.blogspot.com), alhoewel de frequentie wel zal afnemen.