donderdag 28 april 2011

Amstel Gold - 150km

Bijna 2 weken geleden heb ik de 150km van de AmstelGold gefietst. Het liep super. De afstand was geen enkel probleem. Na de Mallorcatrip heb ik 5 dagen niet gefietst, afgezien van een klein half uurtje op de tacx op woensdag. Denk dat ik er daardoor op zaterdag erg goed voor stond.
De dag begon erg koud (6 graden) waardoor ik hevig twijfelde over mijn kleding keuze. Aangezien ik een grotere hekel heb aan kou dan aan warmte besloot ik been stukken aan te doen, en mijn lange-mouwen shirt, omdat die iets dikker is dan het shirt met korte mouwen. Bij aanvang was het evengoed nog flink bibberen, al was dit snel verleden tijd, daar we kort na de start al de eerste klim voor de kiezen kregen. Roy ging die dag bij elke helling hard aan. De eerste heb ik nog rustig aan opgepeddeld, maar nagenoeg alle andere heuvels heb ik in zijn zog mee gefietst. En dat ging telkens niet langzaam. Het geeft dan ook best een kick om bijna continu wielrenners in te halen met een flink snelheidsverschil.
Pas de Vaalserberg ben ik van kop af aan maximaal op gefietst. De gemiddelde snelheid was 20km/h waar mijn hartslag op liep tot 186. De cadans bijna 100 bij ruim 300 watt.
Boven op de Vaalserberg hebben we een lange pauze gehouden. Leerzaam: volgende keer ná de afdaling pas pauzeren, want met bezweette kleding en helemaal afgekoeld af dalen is geen pretje.
Ook de rest van de trip verliep heerlijk. De Eysenbosweg liep prima, weer in het wiel van Roy. De Huls ben ik voor de verandering helemaal staand omhoog gefietst op redelijk zwaar verzet. Bij de Fromberg reed Roy wel heel hard omhoog, en heb ik zijn wiel niet gevolgd, omdat ik wederom op de Keutenberg als eerste boven wilde zijn. Eenmaal aan de voet ervan ging ik voor Roy rijden, en versnelde ik flink vlak voor de bocht naar links. Helemaal buiten om haalde ik veel fietsers in, gebruik makend van een klein verzet met hoge cadans. De weg is er maar smal, dus het was flink tussen de fietsers door manoeuvreren. Na het meest steile stuk was de weg kortstondig gestremd door een zwalkende dame. Ik zat nog niet aan mijn max, dus nadat ik even inhield versnelde ik direct weer door, om haar heen. Ik kon de snelheid de rest van de klim steeds rond de 13 per uur houden, waar de hartslag richting 188 liep.
Dat voelde best ok. Ook fijn was het te merken dat ik snel herstelde, ookal hadden we al 135km afgelegd en ik al heel wat hobbels flink rap was opgefietst. Nu restte alleen nog de Cauberg. Ik was Roy dan wel de Vaalserberg, Huls en de Keutenberg te snel af geweest, de andere hobbels was Roy steeds voor me boven gekomen. De Cauberg zou dus scherprechter worden wat mij betreft. Roy zijn dijen zijn altijd nog wel in staat een versnelling te plaatsen, dus ik verwachtte dat hij in mij wiel zou gaan zitten, om de laatste 100 meter me voorbij te sprinten. Het enige wat ik kon doen was dus, net als bij de Keutenberg, de snelheid hoog te houden, in de hoop dat hij dat net niet bij kon benen. Dus bij de afdaling vanuit Sibbe heb ik de kop opgezocht. Nog voor de weg aan de voet in Valkenburg naar links buigt had ik reeds het kleinste voorblad geschakeld, zodat ik weer met een hoge cadans de snelheid hoog kon houden. Maar het liep anders dan ik had gedacht. Nog maar net over de tijregistratiemat kwam Roy me met een noodgang voorbij gereden. Door mijn vooraf gekozen verzetje kon ik snel in zijn wiel komen, al moest ik hiervoor volgens mijn Polar ruim 500 watt wegduwen. De snelheid was nu kortstondig 29 km/h. Mijn hartslag schoot omhoog, maar ik kon het wiel goed houden. Nadat ik me hardop afvroeg waar Roy mee bezig was, antwoordde hij met nog een lichte versnelling. Na zo'n 300 meter passeerde Roy een fietser aan de rechterkant, waar ik er aan de linkerkant voorbij ging, Roy moest even inhouden waardoor ik hem voorbij schoot en ik voor hem kwam te rijden. Hierbij liep de snelheid terug naar net 12 km/h. Ik schakelde een paar tandjes terug en zocht mijn ritme. De snelheid liep hierbij weer gestaag op. Ik heb vanaf dat punt door gepeddeld zonder om te kijken, al verwachtte ik elk moment dat ik door Roy zou worden voorbij gereden. Dit gebeurde echter niet meer, en met nog 100m te gaan ben ik rechtop zittend rustig uitgebold over de finishlijn. En dat was achteraf wel een beetje jammer, want de beklimming was in z'n geheel ge-timed, en in het wiel van Roy de eerste 300 meter was ik wel heel lekker gegangmaakt. Als ik maximaal was door geknald had er wellicht een nog snellere tijd in gezeten. Nu was mijn tijd goed voor een gemiddelde snelheid van 17 km/h. Toch niet heel indrukwekkend. Evengoed was het goed genieten in de Limburgse heuvels, met name door de duellen met Roy.
Een paar dagen later kon ik nog eens nagenieten door de vele punten waarop we waren gefilmd. Hierdoor ook een aantal dingen geleerd. De perceptie van snelheid op de fiets is toch anders dan vanaf de kant. Bijvoorbeeld daar waar ik voor mijn gevoel bij aanvang van de Keutenberg heel hard reed, lijkt dat op de bewegende beelden wel mee te vallen.
En als ik mezelf zie fietsen is "stylist"nou niet bepaald het eerste woord wat bij me naar boven komt. Eerder houten klaas. Maar goed, ik kom er redelijk rap mee boven, en daar gaat het om...

donderdag 21 april 2011

Amstel Gold Race impressie

Verhaal volgt later. Hier een kleine foto impressie van de dag. Voor bewegende beelden zie: http://tinyurl.com/4lsh2x8

Bij de start

Met ruim 20 per uur gemiddeld de Vaalserberg op, plat in de
binnenbocht:


Boven bij het 3-landenpunt:


Geconcentreerd de Keuterberg op; volle bak. Niet onder 13 km/h gekomen:


Maximaal de Cauberg op. De eerste 400 meter comfortabel in het wiel van Roy die er een indrukwekkend "Gilbertje"uit gooide. Daarna kon ik overnemen en gestaag van hem wegrijden. Hier rijd Roy nog vlak achter me:

Om uiteindelijk 14 seconde voor hem over de lijn te komen.
Hierbij de sponsor niet vergeten:

maandag 11 april 2011

Mallorca - dag 6

De laatste dag op de fiets in Mallorca. Om even over 9 vertrek ik met gevulde bidons en gevulde achterzakken. Zonder fout rijden kom ik aan bij de voet van de Coll de Soller, die ik woensdag ook beklommen heb. Toen ging het super, maar nu doe ik het iets rustig aan. De hartslag nu steeds rond de 160. Daardoor heb ik nu 3 minuten langer nodig, al is de gemiddelde snelheid nog steeds ruim 15 per uur. Na de afdaling de voet van de Puig Major opgezocht. Ik druk mijn Polar af en begin. Over zo’n 14,5 km daalt de weg weer af naar Inca, maar op mijn kaart staat nog een doodlopende weg van 7 km helemaal naar de top; In die laatste 7 kilometers moeten nog wel zo’n 600 hoogtemeters worden overbrugd, dus dat wordt een pittig stukkie. Goed 21 km dus. Ik zet de hartslag op 165 en houd hem daar probleemloos op. De benen zijn nog niet volledig hersteld, dus ik kies steeds een klein verzetje. Erg comfortabel voelt het allemaal niet, maar erg langzaam loopt het ook niet. De weg is erg mooi. Op de eerste 5km ligt hagelnieuw asfalt, en dat rijd prima. De uitzichten die ik zo nu krijg tussen de bomen door zijn fenomenaal. Ik zie nauwelijks fietsers, ik haal er precies 3 in maar wordt zelf niet ingehaald. Wel blijken veel motorrijders op deze zondag de weg naar de Puig Major gevonden te hebben want bijna continue hoor ik het gehuil van vele Ducati’s en ander moois over de berg schallen. Het gaat niet geweldig, maar het is wel leerzaam om weer eens gedurende een lange tijd te kunnen klimmen. Na een goed uur trappen verwacht ik elk moment te moeten afbuigen om aan de laatste steile 7 km te kunnen beginnen. Als ik bij de afslag kom, zie ik er een hek voor staan en een verboden-in-te-rijden-bord? Hmm. Blijkt dat de weg alleen toegankelijk is voor diegene die bij het weerstation moeten zijn. Balen. Na een korte afdaling krijg ik een prachtig uitzicht voorgeschoteld op een stuwmeertje. Hier ga ik even lunchen en uithijgen. Ik blijk de klim in 1h02m te hebben afgelegd, wat neer komt op 14,2 km/h gemiddeld bij een gemiddelde hartslag van 163. De 14km hebben een gemiddelde stijging van net geen 6%, dus heel belabberd is het niet. Ondanks dat de benen niet heel welwillend waren tijdens de klim ben ik wel blij met de schijnbare moeiteloosheid waarmee ik in D2 kon blijven trappen. Dat gaat dus de goede kant op. De afdaling richting Inca is weer erg mooi. Dus ook aan deze kant van het eiland is het genieten. Weer in de bewoonde wereld is het flink zoeken naar de goede richting. Op veel kruispunten staan geen bordjes, en lang niet alle wegen staan op mijn kaart, dus ik sta weer veel stil om uit te puzzelen waar ik heen moet. Ik rijd stevig door als ik de goede kant op ga, want ik wil op tijd terug in het hotel zijn on nog iets te zien van Parijs-Roubaix. En dat stevig doorrijden gaat nog best prima, ook al heb ik ondertussen ruim 700km afgelegd deze week. Ik ben niet echt heel moe want ik krijg de hartslag nog makkelijk in de 160. Wel is het voor de benen nu wel genoeg, en wat dat betreft ben ik uiteindelijk dan ook blij als ik na 133km en 1800 hoogtemeters weer terug ben bij het hotel. De totaal teller is gestopt op 744km in 6 dagen. Niet gek. Bij het Fred-Rompelberg zenuwcentrum breng ik een paar uur later mijn fiets, ontdaan van alle sensors, weer terug en krijg ik vanwege het gereden aantal kilometers deze week een heus paar Fred Rompelberg sokken mee als kado. Daarnaast is er nog de foto van mij en Fred, en een stevige handdruk van de man zelf, en het zit er op. Morgen weer naar huis.

Tijd om te resumeren. Eerst is er de Fred Rompelberg service en het eiland Mallorca. Beide krijgen een “uitmuntend”. Fred vraagt een eerlijke prijs en je krijgt er een hoop voor. Een volledig Ultegra afgemonteerde fiets, fietsgroepjes, Bioracer wielershirt, lunchpakketjes, een kaart van Mallorca, water en born-energy zoveel je wilt, en een groep enthousiaste medewerkers die allemaal overal toe bereid zijn, geen onvertogen woord. Alles verloopt lekker los, en de faciliteit is goed bereikbaar. Wat mij betreft dus niets dan lof, en een aanrader voor diegene die op Mallorca willen fietsen. Want Mallorca is inderdaad het fiets paradijs dat het claimt te zijn. Het eiland is niet heel groot waardoor je je weg redelijk makkelijk kunt vinden, maar groot genoeg om meerdere dagen achter elkaar verschillende lange fietstochten te kunnen ondernemen. Daarnaast is de omgeving werkelijk fenomenaal. Uitschieter is natuurlijk het bergachtige gebied aan de westkant van het eiland, maar ook het binnenland biedt mooie plaatsjes, en natuur. De wegen zijn er redelijk, en de mensen zeer vriendelijk voor de fietsers. Ik moet dus terugkomen op mijn eerdere opmerking dat de doorsnee Mallorcaan het niet zo heeft op de fietsers, omdat we op de dinsdag een aantal keren werden toegetoeterd. Marc zei me dat dat waarschijnlijk toeristen in huurauto’s zijn, want doorgaans wordt de fietser geen stro-breed in de weg gelegd. En dat is inderdaad ook mijn ervaring na de 3 dagen dat ik alleen op pad ben geweest. Zelfs op kruispunten waar ik geen voorrang had kreeg ik het toegewuifd, en op slingerende bergweggetjes bleven auto's net zo lang rustig, ruim achter me rijden totdat absoluut zeker was dat risicoloos kon worden ingehaald.
Wél moet je houden van klimmen, want er is nauwelijks een vlakke weg te vinden op het eiland. Dat klimmen is dan ook meteen een genot, want de meeste wegen lopen met een geleidelijke stijging van rond de 5%, waardoor je het idee krijgt dat je best hard klimt, en de uitzichten zijn fenomenaal. Enige echte minpunt is de bewegwijzering die niet geweldig is, maar uiteindelijk kom altijd waar je wezen moet. Ten tweede is er de trainingsarbeid. Heeft dat gebracht wat ik er van gehoopt had? Moeilijk te zeggen. Merk ik waarschijnlijk achteraf pas. Ik heb in ieder geval met name aan het duurvermogen gewerkt, want van de 30 uur op de fiets is mijn gemiddelde hartslag nog geen 135. Ik heb eigenlijk slechts 1 maal een stevige D3 training gedaan op woensdag over de Coll de Soller, en een beste D2 op de Puig Major. Voor de rest heb ik niet echt gericht getraind. Belangrijk voor mij was om te zien of de krachttraining het klimvermogen positief heeft beïnvloed. Afgaande op mijn prestaties op de Coll de Soller op woensdag, de Coll de Sa Creu op donderdag en de Puig Major vandaag denk ik dat ik wel kan concluderen dat ik het klimmen niet verleerd ben, in tegendeel, het ging prima. Of het te vertalen is naar een alpenreus ga ik pas merken in juni/juli. Ook ben ik te spreken over de energiehuishouding. Afgezien van woensdag heb ik op dat gebied niet geleden. Zeker vandaag was in dat opzicht een opsteker, want zelfs na ruim 5 uur peddelen en ruim 4000 verbrandde kilocalorieën kon ik nog heel behoorlijk op de grote plaat ronddraaien met hartslag in D2. Ik kijk erg uit naar de komende periode als ik de cyclo’s Amstel Gold en Jean Nelissen Classic ga fietsen. Hoe dan ook, ik heb me bijzonder vermaakt en ben dan ook erg blij dat ik dit heb kunnen doen. Dat dit met name mogelijk is gemaakt dankzij Helen zal ik zeker niet vergeten!

Hier nog de totalen:

aantal kilometer: 744

totale tijd: 30h13m
aantal hoogtemeters: 8135

totaal aantal kcal: 21073

gemiddelde snelheid: 24,6

en dan nog 175.000 pedaalomwentelingen en 250.000 hartslagen!!

zaterdag 9 april 2011

Mallorca - dag 5

Vanochtend lang op bed blijven liggen en geaarzeld over wat ik vandaag zou gaan doen. Na het ontbijt besloten toch op pad te gaan. Ik ben niet elke dag in Mallorca met een fiets ter beschikking, dus ik ga gewoon op pad. Pas om 11 uur vul ik mijn bidons bij hotel Taurus parc en fiets ik even later Arenal uit. Omdat ik zo laat op weg ben gegaan zijn er geen groepen fietsers te zien, dus ik moet het vandaag helemaal alleen doen. Er staat niet zoveel wind, dus zo erg is dat ook weer niet. Ik rijd naar Sineu, een plaatsje ongeveer 40km van Arenal, waarbij een grote wielerbaan moet liggen. Daar mag vrij op gekoerst worden, dus waar wil ik wel even kijken. Volgens de kaart is de weg er naar toe vlak, maar het gaat toch weer behoorlijk op en neer. De benen voelen nog steeds zwaar dus ik heb er geen moeite mee om de cadans hoog te houden en de hartslag laag. De hartslag komt eigenlijk de hele dag niet uit de herstelzone. In Sineu stop ik op zo’n beetje elk kruispunt om op mijn kaart te kijken, maar het helpt niet om de wielerbaan te vinden. Gisteren heb ik hem gezien vanaf de top bij Randa, maar vandaag kom ik hem niet tegen. Sineu is verder wel een mooi dorpje.

Er staan helaas nergens bordjes die aangeven waar de wielerbaan ligt, dus na een tijdje geef ik het op. Tijd om naar huis te gaan. Een groot deel van de route die ik kies hebben we gisteren ook gereden. Ik verkijk me toch nog op de lengte van de terugweg, want er staat eenmaal terug in het hotel ruim 90km op de teller. Deze heb ik met een gemiddelde hartslag van slechts 124 afgelegd tegen een gemiddelde snelheid van 24,7 waarbij ik toch weer ruim 600 hoogtemeters heb moeten overbruggen. Vandaag de wielertoerist uitgehangen dus. Hopen dat de benen hierdoor morgen genoeg hersteld zijn voor flink wat hoogtemeters. Ik wil dan als finale via de Coll de Soller naar Soller rijden, om van daaruit de Puig Major te beklimmen. Vanaf Soller is het ongeveer 22 km waarbij 1400 hoogtemeters moeten worden overbrugd. Met een gemiddelde stijging van ruim 6% lijkt deze berg nog het meest op een Alpen col. Daar wil ik dus op marmotte-tempo omhoog. Ik denk dat ik ruim anderhalf uur bezig zal zijn met de klim waarbij ik de hartslag continue rond de 165 wil houden; midden in D2 dus. Ben benieuwd of me dat lukt. Afwachten. Als ik op de top kom heb ik dan zo’n 60km afgelegd. Dezelfde weg terug is dan een optie, maar dan moet ik wel weer de Coll de Soller over. Afhankelijk van de staat van de beenspieren kies ik of ik de lange afdaling via Inca neem of dat ik dezelfde weg terug neem. Wat het ook wordt, er komt minimaal 120km bij op de totaal teller, die nu staat op 610km.

vrijdag 8 april 2011

Mallorca - dag 4

Na een goed ontbijt weer naar Hotel Taurus Parc gefietst om me bij het Tour-groepje van Max aan te sluiten. Aangezien het voor iedereen de laatste groep-rit is, staat er geen monstertocht op het program. We gaan het binnenland in, en beklimmen vandaag alleen de Randa, een hobbel van 543m midden op het eiland. De rest van de 120km zullen “vlak” zijn richting de zuid-kust.
Als we goed en wel op pad zijn merk ik meteen dat de benen vandaag niet willen. Ik heb de been spieren gisteren nog geprobeerd te masseren met de Born Muscle Relax creme vanuit het FR-pakketje en voelde ze toen flink. Vandaag zit er inderdaad totaal geen jus in de benen, en dat maakt de tocht tot een overlevingsrit waarbij ik mijn benen waar maar kan probeer te ontzien. Dat betekent dus strak in het wiel op de 3e rij, en continue de cadans rond de 100. Vandaag geen kopwerk, en geen rare uitspattingen als het omhoog loopt.

De klim naar Randa begint al na 30km en is erg mooi. Het uitzicht over het hele eiland naar alle richtingen is magnifiek.

Ik kom wel ruim als laatste boven als ik de klim van 5km a 5,4% met slechts 12 km/h gemiddeld af leg. De hartslag is gemiddeld ruim onder de 150 gebleven. Conditioneel is er dus niks aan de hand, maar de benen trekken het vandaag gewoon niet. Het is jammer, maar met het oog op zondag (dan wil ik de Puig Major (de hoogste berg van het eiland met 1432m) beklimmen vanaf zee-nivo) staat vandaag in het teken van herstellen, al is het meer overleven. Ik neem me onderweg ook meteen voor morgen maar een klein vlak ritje te maken met hele lage snelheid; wellicht geef ik de benen rust en ga ik helemaal niet fietsen.
Ondertussen moeten er na de Randa nog wel 70km worden afgelegd. Her en der klagen er meer over vermoeide benen, dus ik voel me niet helemaal de schlemiel. De oudjes van de groep doen vandaag dan ook het kopwerk. Deze heren zijn zo taai dat ze de dagen fietsen achter elkaar probleemloos verteren. Respect. Met hangen en wurgen blijf ik vlak op mijn voorganger zijn wiel hangen, terwijl ik om mijn moeder roep (vrij naar Ducrot). De pauze plaats komt geen kilometer te vroeg, maar ook aan deze pauze komt weer een eind en moet ik me dus weer op mijn fiets hijsen. Daar ik tijdens de pauze aan Max vertel dat het vandaag niet gaat (“ich habe heute keine beine”(?)), geeft een heer op leeftijd uit Gulpen me de tip om me te laten masseren in het hotel. Ik neem me voor deze tip ter harte te nemen, dus als ik met moeite de rest van de 120km heb afgelegd en we weer terug zijn bij Taurus Parc schrijf ik me op de lijst in om om half 5 onder handen te worden genomen. We nuttigen met de groep nog een laatste drankje en praten we na over de prachtige ritten die we gereden hebben. Vandaag overigens toch nog 840 hoogtemeters gepakt, terwijl de gemiddelde snelheid hierbij met 27,5 km/h nog heel respectabel is. Overigens is mijn gemiddelde hartslag vandaag slechts 127. Dus op zich is het een prima duur/herstel rit geweest. Ik zie achteraf op de Polar uitdraai dat we aan het eind op het vals platte rechte stuk naar Arenal nog flink hebben doorgereden. Daar draaide een paar mannen vooraan de gaskraan vol open. We hebben gedurende 2,5km steeds ruim boven de 55 km/h gereden met een piek van 68,3 km/h. Mijn hartslag is daarbij niet eens boven de 165 gekomen.

De massage doet goed. De dienstdoende masseur Dimitri geeft gedurende een goed half uur naast de benen ook de rug en schouders een flinke kraakbeurt. Hij moet hard werken om de knopen in mijn bovenbenen er uit te krijgen. Een heel prettig gevoel is het dan ook niet. Nu maar hopen dat dit helpt om me zondag over de Soller (2x; van beide kanten) en de Puig Major te krijgen op een respectabele manier. Eerst nog even de zaterdag verteren. Morgenochtend slaap ik uit en kijk ik wel of ik uberhaupt nog op de fiets stap.

donderdag 7 april 2011

Mallorca - dag 3

De vraag van vandaag was of ik de trip van gisteren goed verteerd had, of dat zware benen mijn deel zouden zijn. Ik werd wakker met een behoorlijk brak gevoel, dus ik vreesde het ergste. Eenmaal op de fiets naar het FR-verzamelpunt (waar ik wederom Stef Clement tegen het lijf liep) durfde ik het nog niet te voorspellen. Het kon nog alle kanten op. Mijn benen voelde wel vermoeid, maar of dat me parten zou gaan spelen tijdens de 120km van vandaag durfde ik nog niet te zeggen.
Om even over half 10 rijden we weg, en heb ik na een paar kilometers wel in de gaten dat de benen het niet zo naar hun zin hebben vandaag. Kon ook eigenlijk niet anders. Ik blijf dus steeds schakelen om de cadans boven de 100 te houden, om de beenspieren zoveel mogelijk te ontzien.
De trip van vandaag zal ons langs de westkust leiden. Ondanks dat ik daar gisteren ook heb gereden zal er maar een klein gedeelte zijn waar ik al ben geweest. Aangezien ik genoten heb van die kant van het eiland heb ik er zin in alhoewel ik lichtelijk vrees voor wat komen gaat kwa hoogtemeters, gezien de staat van mijn benen.
De eerste klim die we tegen komen is die naar Valldemossa, van de andere kant dan die ik gisteren heb bedwongen. Ik kies meteen mijn kleinste verzetje en het laatste wiel. De snelheid blijft hangen rond de 12 per uur, de cadans op 95. Zo peddel ik rustig omhoog. Bijna op het eind kan ik me toch niet inhouden, en schakel op het middenblad en fiets de laatste 500m met ruim 20 per uur omhoog, waarbij mijn hartslag kortstondig oploopt naar 187.
De klim viel me heel niet tegen. Het intervalletje op het eind voelde eigenlijk prima. Na Valldemossa klimmen we
en groupe de Coll de Claret op, de snelheid en hartslag nagenoeg op het zelfde nivo als gisteren, maar nu voel ik me beduidend beter.
Na de afdaling buigen we naar rechts naar de kust, daar waar ik gisteren linksaf sloeg naar Puigpunyent. We krijgen nu een kustweg van 25 km voor de kiezen die op en af gaat. Hier worden we losgelaten zodat we op onze eigen snelheid deze weg kunnen afleggen. Als een stel wilde honden wordt er her er der aangezet en de snelheid verhoogd. Op momenten zoals deze kan ik me niet inhouden, hoe belabberd ik me ook zou voelen. Ik kies dan ook het wiel uit van een van de mannen van de Litse fietsclub die er rap vandoor gaat en blijf daar een paar kilometer aan hangen. De weg gaat inderdaad op en af, dus het is af en toe flink anpezen als het omhoog loopt. Dit is leuk. Na een kilometer of 8 neem ik de kop over als ik even voor ons de 4 snelste van ons groepje zie. Ik rijd er in een keer naar toe als de weg weer omhoog loopt, en ik het tempo iets opvoer. De hartslag blijft onder controle met nog geen 170 terwijl ik de cadans boven in de 90 houd. De man uit Lith heeft nu gelost, al gaat bij mij ook niet meer vanzelf. Ik heb de snelle mannen nog maar net bijgehaald als de weg na een korte afdaling weer iets omhoog loopt en ik hun tempo niet kan bijhouden. Niet dat mijn hartslag zo hoog is, maar ik merk aan mijn benen dat een hoger tempo gewoon niet verstandig is. Het is ook weer niet zo dat ik stil sta, want ik leg de klim van zo’n 3km af met ruim 17 km/h gemiddeld. Na weer een afdaling komt de laatste klim op deze kustweg welke ik met een mannetje of 6 en group omhoog fiets met ongeveer 15 per uur, cadans tegen de 100, hartslag rond 160. Na een snelle afdaling zijn we bij het verzamelpunt. Daar praten we na over de omgeving. Tussen al het geweld op de pedalen hebben we inderdaad over een pracht weg gereden met fenomenale uitzichten op de Middelandse zee. Het is hier echt prachtig, daar is iedereen het over eens.

Na de pauze (bammetje, colaatje, bidons vullen), rest ons nog 1 klim, de Coll de Sa Creu, dezelfde klim alwaar gisteren het lampje uit ging. Vandaag fiets ik hem een stuk sneller op, al zijn de benen goed moe. Door de cadans steeds hoog in de 90 te houden ontzie ik mijn benen en kom ik toch redelijk rap boven. Ik leg de klim van 5 km met een gemiddeld stijgingspercentage van 4,3% af in een goed kwartier; met een gemiddelde snelheid van 19 km/h. Gisteren deed ik er bijna 7 minuten langer over. De hartslag is vandaag wél steeds netjes in D3, daar waar ik gisteren niet hoger kwam dan 150.
Na de afdaling rest ons nog 15km door La Palma voordat we weer bij het hotel aankomen. Daar nuttigen we nog een drankje bij Frankie, de Nederlands uitbater van een wielercafé. Hier zal ik ook zondagmiddag te vinden zijn om de finale van Parijs-Roubaix te bekijken.

Eenmaal in het hotel draai ik mijn routine af: half uurtje weken in het bad, wielerkleding uitwassen en te drogen hangen, horloge uitlezen en data archieveren. We hebben vandaag 120km afgelegd waarin we ruim 1600 hoogte meters hebben overbrugd. In totaal heb ik in 3 dagen dus al bijna 400km afgelegd met bijna 5000 hoogtemeters. Deze hebben me overigens ruim 11000 kcal gekost! Vanavond maar weer flink aan de pasta dus.

Het profiel van de trip van vandaag:

woensdag 6 april 2011

Mallorca - dag 2

Vandaag uitgeslapen tot half 9, mezelf in mijn Nalini-outfit gehesen, en flink ontbeten. Om kwart voor 10 klik ik mezelf in de pedalen voor een rondje op mezelf. Eerst rijd ik langs het Fred Rompelberg hoofdkwartier om de bidons te vullen met water en Born energy drank. Goede service. Naast me staat Stef Clement eveneens z’n bidons te vullen. Blijkbaar stapt hij elke ochtend om 10 uur op z’n fiets en maakt hij ook gebruik van de FR service.
Ik wil vandaag naar de westkust rijden. Hiervoor moet ik ongeveer 30km van de rit van gisteren rijden, om aan de voet van de klim van gisteren af te buigen naar de Coll de Soller. Aangezien ik gisteren flink heb gebabbeld onderweg heb ik niet geheel goed opgelet, en raak ik al aan het begin de weg kwijt. Ik sluit aan bij een groepje Duitsers, en wordt direct aangeschoten door een kerel in Milram-outfit. Hij vraagt het een en ander en zegt dat hij en zijn groep naar de klim die ik gisteren heb gedaan rijden, dus kan ik mooi aanhaken en hoef ik dus niet op de weg te letten, mazzel. Helaas heeft er een andere kerel van de groep binnen een paar kilometer malheur aan zijn fiets, en aangezien ik daar niet op wil wachten besluit ik weer alleen verder te rijden. Onvermijdelijk raak ik de weg dus weer kwijt. Als ik weer ergens een stukje weg herken zie ik voor me een club rap-ogende jongens in identieke outfits een weg inslaan waar ik ook denk heen te moeten. Even aanzetten en aansluiten dus. Het blijkt een club belgen, gesponsord door "Feryn sectionale poorten"(?). Een paar gasten hebben geen helm op, maar wel zit hun haar strak in de gel… domme belgen. Ik besluit ze te volgen, in de hoop dat ze dezelfde kant op moeten als ik. Als ik even op mijn kaartje kijk tijdens het fietsen vraagt een achterom kijkende belg waar ik heen moet. Zij blijken eveneens op weg naar Soller, dus weer mazzel. Alleen nu krijgt korte tijd later de club kampioen (zijn shirtje heeft een andere kleur dan zijn teamleden) een lekke band. Weer rijd ik alleen verder, maar nu rijd ik zonder fout rijden naar de voet van de Coll de Soller. De klim is 5 km lang en “slechts” 5,1% gemiddeld, dus nodigt uit om eens flink op te knallen. Ik begin zoals gepland op hartslag rond de 170, maar deze stijgt snel richting de 180. Ik heb dit keer een klein verzetje gekozen, zodat de cadans steeds ruim boven de 90 is. Dit omdat er morgen zoals gezegt een pittige rit op het programma staat, dus ik wil de benen licht ontzien. Overigens voel ik geen spoor van de rit van gisteren, iets wat me wel tevreden stelt. Ik houd me dus niet in en vlieg omhoog. Ik haal veel fietsers in met een flink snelheidsverschil. Het blijft heerlijk lopen, en de snelheid in de haarspeldbochten is zo hoog dat ik me af en toe net een ontsnapte tour-renner waan, op jacht naar eeuwige roem. In 16 minuutjes raffel ik de klim af om met een gemiddelde snelheid van 18 km/h boven te komen.


Niet slecht. Wow, dat liep super. Waren de Alpen reuzen van de Marmotte ook maar gemiddeld 5%, dan behoord goud nu al tot de mogelijkheden. Helaas is het gemiddelde stijgingspercentage over de 65 klimkilometers ruim 7%, net even anders dus.


Als ik ben afgedaald naar Soller, kijk ik op de kaart om mijn vervolg route uit te puzzelen. Ik buig af naar de kust, en tegen mijn verwachting loopt de weg flink omhoog, in plaats van naar beneden. In de 20km die komen blijk ik weer naar een hoogte van 450m te klimmen. De weg loopt zoals de kaart aangeeft inderdaad langs de kust, maar aangezien de westkust stijl omhoog loopt, is de weg er langs er een die op en neer gaat. Vanaf de Coll de Soller klim ik nog slechts in D1, daar ik de benen verder vandaag wil ontzien.
Na zo’n 60km voel ik me best moe. Wijs zou het dus zijn de kortste weg naar huis te nemen, gezien de dag van morgen, maar mijn honger naar hoogtemeters dirigeert me telkens weer naar een nieuwe klim. Onderweg vliegen overigens Zdenek Stybar en Bart Wellens met een noodgang voorbij. Bart Wellens in de achtervolging, net zoals in het veld. Denk dat Styber eerder thuis is dan Bart.

Na de Coll de Soller beklim ik vandaag de Valdemossa, Coll de Claret, Galilea en de Coll de Sa Creu.
De omgeving aan deze kant van het eiland is werkelijk fenomenaal en ik geniet met volle teugen. Prachtige haarspeldweggetjes tussen dichte bossages afgewisseld met open vlaktes waardoor je in de verte de Middelandse zee kunt zien.


Ondanks dat ik geniet van de omgeving gaat het niet hard meer, en raak ik steeds meer vermoeid.
Tijdens de laatst klim rond 110km gaat m’n lampje helemaal uit. Op mijn allerkleinste verzetje rijd ik net 10 per uur. De koek is op. Ik wordt danook ingehaald door een tweetal fietsers met een indrukwekkend snelheidverschil, en ben blij als ik kort daarop op de top kom. Nu is het alleen nog afdalen en door Palma heen fietsen naar El Arenal. Dat blijkt overigens makkelijker gezegd dan gedaan, want in de stad staan werkelijk nauwelijks bordjes waar ik wat mee kan. Na flink wat zoekwerk volg ik uiteindelijk de bordjes naar de haven, zodat ik langs de kust naar het hotel terug kan. Die aanpak werkt, en ik kom uiteindelijk na 137km flink uitgeput in het hotel. Vandaag dus niet helemaal slim bezig geweest. Doel was een rustig ritje, maar omdat ik me totaal vergist heb in de kustweg heb ik uiteindelijk 2200 hoogtemeters overbrugd. De benen hebben dus toch meer moeten werken dan bedoeld. Nou maar hopen dat ik genoeg hersteld ben voor de trip van morgen.

dinsdag 5 april 2011

Mallorca - dag 1

Gisteren was ik om even voor half 6 geland, maar ik werd pas om 10 voor 7 afgezet bij mijn hotel, Palma Bay Club. Aangezien de huurfietsen in een ander hotel (Taurus Parc), zo’n 500 m verderop moeten worden afgahaald, vóór 19:00h, heb ik me zelf snel ingechecked, opgefrist, achterhaald waar het hotel ligt, en een spintje ingezet om om 2 minuten over 7 bij het Fred Rompelberg zenuwcentrum aan te komen. Helaas waren er geen mechaniekers meer, dus kon ik geen fiets meekrijgen. Voor niks gehaast. Wél trof ik de contactpersoon (Marc) van mijn eigen hotel ter plekke, en met hem sprak ik af om de volgende ochtend om half 9 richting Taurus Parc te rijden, zodat ik snel aan een fiets geholpen kon worden, en zodoende kon meerijden met 1 van de verschillende groepjes; die om 10 uur vertrekken. Mooi
Een uurtje later trof ik hem op weg naar het restaurant. We hebben samen gegeten, en ondertussen kon ik hem uithoren over het hoe en het wat, want de informatievoorziening was tot op heden niet echt top. De man was gepensioneerd en zit 6 maanden per jaar hier op Mallorca als begeleider van een fietsgroepje. Hij vertelde me dat er 4 verschillende fiets groepjes zijn: speed, tour, rustig en hobby. De speedjongens komen thuis met ruim 30 gemiddeld dus besloot ik me aan te sluiten bij de tour groep.

De volgende ochtend rijd ik samen met Marc naar Taurus Parc om mezelf aan te melden en het Fred Rompelberg pakketje in ontvangst te nemen. Deze bevat oa een fietsshirt en een bidon, maar ook een kaart van het eiland met verschillende routes. En die laatste is handig, want alleen op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag gaan de FR-groepjes de weg op, de andere dagen kun je dus zelf op pad.
Om kwart over 9 heb ik een afgestelde fiets met SPD pedalen voor de rest van de week waaraan ik direct mijn Polar sensors bevestig. Daarna is het wachten op de foto-shoot. Fred Rompelberg biedt namelijk iedereen de gelegenheid om met hem op de foto te gaan, en aangezien er een mannetje of 200 buiten op het terein staan, neemt dat behoorlijk wat tijd in beslag. Ik belsuit toch ook in de rij te gaan staan, toch een leuk aandenken. Hij heeft toch het wereldsnelheidsrecord op de fiets op zijn naam staan met 268 km/h. Iets wat niemand hem nog nagedaan heeft sinds hij dat deed in 1995.

Het komt mij allemaal wat chaotisch over, en ik heb danook nog steeds geen idee hoe ik aan een groepje kom. Ik schiet een FR-addept aan, maar die blijkt slechts duits te spreken, een taal die ik nauwelijks machtig ben. Toch dirigeert hij me naar een groepje toe, dus hij blijkt me begrepen te hebben. Net op het moment dat ik aanschuif is een andere FR-persoon aan het uitleggen waar we vandaag heen gaan fietsen, dus ik krijg geen tijd om me voor te stellen aan de 15 mannen. Komt onder weg wel. De groep is als sinds woensdag aanwezig en heeft dus al de nodige kilometers gemaakt.
Overigens fietst tijdens het wachten Stef Clement net langs, om kort te stoppen om Fred zelf een hand te geven. Kleine wereld.

Even voor 11 gaan we eindelijk op pad. Ik heb er zin an. Onderweg spreek ik zo nu en dan iemand aan voor een praatje. Afgelopen zondag heeft Edwin me nog verteld dat zijn overbuurman vanaf woensdag in Mallorca verblijft en hij had me gevraagd hem de groeten te doen als ik hem zou tegen komen. Kleine kans, toch? Ik fiets op een gegeven moment naast een man met een outfit van fietsclub Lith, het zal toch niet? Ik schiet hem aan maar hij blijkt Edwin niet te kennen. Wel fietst er nog een maat van hem mee, iets voorin de groep. Even later rijd ik naast hem, en gok het erop: “je krijgt de groeten van Edwin” is het eerste wat ik tegen hem zeg. Verbazing. En jawel, hij blijkt inderdaad de overbuurman van Edwin te zijn. Kleine wereld.

Het blijkt goed fietsen op Mallorca. De wegen liggen er redelijk bij, maar er is bijna geen meter vlak. De meeste wegen hebben een snelheidslimiet van 40km/h en overal staan waarschuwingsborden dat er fietsers rond rijden. Toch krijg ik niet het idee dat de doorsnee Mallorcaan blij is met de fietser-tsunamie, want de hele trip worden we vaak toegetoeterd, en met te hoge snelheid rakelijks ingehaald.


Op een gegeven moment rijd ik naast een man die in de champignonnenbusiness heeft gezeten. Aangezien er op mijn kont “Dirk van Buijtene paardenmesttransport” staat schiet hij me aan, en kom ik er snel achter dat hij z’n bedrijf verkocht heeft en daar nu lekker van geniet middels tripjes naar Mallorca als deze.
Zo kom ik van veel deelnemers wel het een en ander te weten. Het is een leuke groep, en en er wordt flink doorgereden. Als we de enige echte klim van vandaag naderen informeert een belg mij ongevraagd wat me staat te wachten staat. Hij wijst me op een een duitser voor me in Gerolstijner outfit (zou hij “schoon” zijn?) en zegt dat dat de te kloppen man is helling op. Als we aan de voet van de klim zijn schuif ik naar voren om achter de duitser te gaan rijden. Op zijn beenspieren zit geen gram vet, en ook geen enkele haar. Denk dus niet dat ik deze man kan bij houden, maar ik kan het allicht proberen dacht ik. De klim is niet zo lang, een kilometertje of 8, waarin ongeveer 380 hoogtemeters moeten worden overbrugd; gemiddelde een procentje of 5 dus. Het is even zoeken naar het ritme omdat het begin van de klim niet echt geleidelijk loopt. Ik rijd steeds op het middenblad met een cadans van minimaal 80 en een hartslag van rond 175. De duitser voor me rijd langzaam van me weg, net zoals Max, een jonge duitse FR-begeleider. Hij zit erg mooi op z’n fiets en ik verdenk hem ervan meer dan alleen rondjes op Mallorca te fietsen voor z’n plezier.
Het is genieten tijdens de klim. De omgeving is erg mooi. We rijden tussen de bomen, en dat is best lekker, want de zon schijnt flink. Ik denk dat de zonnebrand die ik vannochtend op mijn benen heb gesmeerd niet nutteloos is geweest. Ik wordt nog door 2 andere mannen ingehaald, maar ik haal 1 ervan een kilometer of 2 later weer in, doordat ik wel mijn eigen tempo ben blijven rijden. Zo kom ik binnen het half uur boven, als 4e van de groep.
Na de afdaling groeperen we weer en rijden we verder richting pauzeplaats. Ik neem gedurende 2 lange aflossingen ongeveer 15km kopwerk op me, en dat bevalt goed. Het laatste stuk kopwerk van 10km is vals plat omhoog, en hier rijd ik steeds net onder 30 met een hoge cadans. Niemand dringd aan om de kop over te nemen.


Na de pauze is het nog 50km rijden om uiteindelijk op ruim 130km uit te komen. De gemiddelde snelheid is volgens mijn Polar 28,6 km/h. En dat vind ik heel behoorlijk gezien de 1100 hoogtemeters die we hebben overbrugd. Ik heb heerlijk gefietst, al is het afwachten hoe de benen er morgen voor staan. Dan ga ik alleen op pad, een rustig rondje van 100km langs de kust denk ik. Donderdag staat er namelijk een pittige tocht op het programma met flink wat meer hoogtemeters dan vandaag. Ik kom de week wel door!

AmstelGoldExperience

Afgelopen vrijdag hebben Roy en ik in het Limburgse heuvelland de vaste routes van de Amstel Gold race verkend. Sinds december zijn er 3 lussen uitgezet middels bordjes die je dus ten alle tijden kunt gaan fietsen. Daar er voor deze week 5 uur duurtraining op de planning stond leek het me leuk in Limburg een rondje te fietsen.
Om half 11 zaten we op de fiets in Valkenburg. Het was geen top weer, maar dat mocht te prut niet drekken. We zouden lus 2 gaan volgen, om vervolgens op het eind een stuk van lus 3 te pakken, zodat we ook de Keuterberg nog zouden beklimmen; deze zit namelijk niet in de 2e en langste lus van 118km. De routes zijn aangegeven met kleine bordjes met een rood cijfer erop, en die zijn redelijk goed te vlogen, maar je moet wel blijven opletten.
Koud uit de startblokken kregen we meteen de Cauberg voor de kiezen. Aangezien ik nooit weet hoe de vorm is bij aanvang van een trip start ik steevast erg terughoudend. Meteen het kleinste verzetje opgezocht dus, en de snelheid dusdanig dat de hartslag niet boven de 170 uit komt. Zo is Roy ruim voor me boven, maar ik durf simpelweg niet zijn wiel te houden daar ik, zoals gezegd nooit weet hoe de benen er voor staan. Ook de volgende heuvels in de eerste 40km slecht ik op het mietenverzetje met een gecontroleerde hartslag. Ik heb me voorgenomen om pas bij het drie landen punt de gaskraan open te zetten. Dat is ongeveer op de helft, en dat weet ik wel hoe het er voor staat.
Als we bijna bij Vaals zijn krijgen we eerst de Camerig voor de kiezen. Een relatief lange klim voor Limburgse begrippen. En dat is wel even lekker. Zittend de cadans opzoeken en trappen maar. Hier nu wel op het middenblad.
Overigens houd ik me de hele dag aan mijn opdracht kwa eten door elk uur iets te nuttigen en geregeld te blijven drinken. Ook iets wat ik weer onder de knie moet krijgen.
Eenmaal in Vaals zet ik aan op het middenblad, 42x19 en jaag de hartslag omhoog richting 180. Zo trap ik lekker omhoog, cadans op 80, snelheid steeds boven de 18 per uur. Licht opgetogen bemerk ik dat het heerlijk gaat. Dit houd ik uiteraard geen hele Alpenreus vol, maar dat is ook een heel ander verhaal. Vandaag gaat het om 5 uurtjes op de fiets doorbrengen en regelmatig de benen eens flink laten werken. Zien of de krachttraining zin heeft gehad.
Boven op de Vaalserberg nemen we een kwartiertje pauze met een bakkie thee en een appelpunt; het standaard tussndoortje van de wielrenner. De slagroom mag uiteraard niet ontbreken.
Weer op de fiets verloopt de rest van de trip werkelijk heerlijk. Ik heb plentie energie, en power te over. Op elke heuvel ga ik in D3 aan, en het voelt goed. Ik rijd het meest op kop en eigenlijk willen de benen alleen maar harder. Is dit vorm? Of is dit “gewoon” mijn huidige conditie?
Bij een van de laatste hobbels (de Eysenbosweg?) verkijk ik me op de stijlte. Ik was bij aanvang van plan al staand op het middenblad omhoog te fietsen, maar halverwege sta ik compleet geparkeerd, de snelheid net 7 per uur. Snel een paar tandjes terug en rustig verder. Boven is het uithijgen, en ik merk snel dat ik er weer tegenaan kan, al voel ik de beentjes nu wel behoorlijk. Bij de opéénnalaatste hobbel ga ik weer staand aan, terwijl ik ondergweg een kramp in mijn linkerbovenbeen en rechter kuit voel opkomen. Daarom vrees ik de Keuterberg die nu niet ver weg meer is, want ik wil graag vóór Roy boven komen. Maar de vrees blijkt ongegegrond, want onderaan schakel ik op mijn mietenverzetje, en peddel met een constante snelheid van steeds net boven de 10 km/h naar boven zondar dat er iets van kramp op komt. Lekker!
Vanaf hier is het rustig uitfietsen naar Vallkenburg, alwaar uiteindelijk 115km op de teller blijkt te staan. We hebben onderweg een bordje gemist, en hebben blijkbaar een stuk afgesneden.

Het was een heerlijk rondje fietsen. Niet alleen is de omgeving in Limburg natuurlijk om van te genieten, maar ook met de vorm blijkt weinig mis. Ik geloof niet dat ik ooit zo lekker in Limburg heb gefietst. De hobbels aldaar hebben natuurlijk weinig weg van Alpen, maar het is toch aardig om de klimbenen te testen. En dat gaf goede moed richting de trainingsweek in Mallorca. Ik heb er zin an!

Ik zit dit stukje overigens te tikken in het vliegtuig, op weg naar Palma de Mallorca. Daarin blijkt dat ik niet de enige fietser ben die het eiland gebruikt om te kunnen trainen. In de stoel voor me zit wereldkampioen veldrijden Zdenek Stybar, tegenwoordig in dienst van Quickstep. Hij zal waarschijnlijk weer een trainingsstage belegd hebben, net zoals hij begin dit jaar deed op Mallorca, als voorbereiding op het WK in Sankt Wendel, iets wat hem toen geen windeieren had gelegd. En daar hoop ik ook op. Door een week flink te trainen hoop ik een grote sprong in conditie en duurvermogen te kunnen maken, zodanig dat er een hele beste basis ligt om nog 12 weken hard te trainen om op 2 juli ook goud te kunnen pakken.