Afgelopen zaterdag stond de Jean Nelissen Classic vanuit Vianden op mijn programma. Een rit waar ik erg naar uitgekeken had. Niet alleen is het fantastisch fietsen in de Luxemburgse Ardenne, ook zou deze trip een belangrijke graadmeter zijn hoe het er voor staat met mijn conditie, daar ik in 2008 voor mijn zilveren Marmotte deze rit eveneens heb gefietst.
Vrijdagavond ben ik naar mijn hotel gereden, maar niet voordat ik 2 borden spaghetti had weggewerkt. s' Nachts had ik belabberd geslapen, want ik was zowaar best zenuwachtig. Het moest goed gaan, om met een goed gevoel de rest van de trainingsperiode af te werken. Ik was overigens alleen gegaan, omdat ik 3 jaar geleden ook alleen had gefietst, toen mijn fietsgenoot geveld was door Q-koorts. Aangezien ik mijn prestatie minutieus wilde meten met die van 2008 wilde ik nu dus ook alleen fietsen. Beetje saai, maar het is wel beter voor de training. Ik fiets wel meer alleen deze trainingsperiode, en dat vind ik niet erg. Wel ben ik dan altijd erg voorzichtig, omdat ik onderweg helemaal op mezelf ben aangewezen.
Om even voor half 8 zit ik op de fiets voor 165 km peddelen over ruim 3000 hoogtemeters. Het weer is goed. Zonnig, graadje of 10 en nog niet zoveel wind. Na een korte aanloop begint de Rampe de Putscheid, een hobbel van 2400m a 10% gemiddeld. En eigenlijk loopt het niet. Hoewel, de benen willen wil, en het rijd best door, maar mijn hartslag is erg hoog, en die wil niet naar beneden. Het blijft zo rond 175 hangen, terwijl de snelheid net 10 per uur is. De cijfertjes vallen me tegen, maar het voelt wel prima. Ik besluit er verder niet zoveel aandacht aan te besteden, het is pas de eerste bult, het zal straks wel beter gaan. En dat is inderdaad het geval als ik even later de Sommet de Manarch op trippel, een bult van 4,6km a 5,5% gemiddeld. Hier gaat het zoals ik het wil: hartslag onder de 170 en de snelheid rond de 15 per uur. Kom maar op met de rest van de trip!
Ik rijd steeds in de buurt van dezelfde groepje fietsers, en dat wil ik zo houden, zonder dat ik mezelf over de kop fiets. Op de klimmetjes kan ik mezelf inhouden door gewoon mijn planning af te werken (hartslag tijdens het klimmen onder 170), waardoor ze een stuk van me wegrijden, maar in elke afdaling en op het vlakke kan ik er weer heen rijden. Op de 6e bult van de dag (Colline d'Alscheid) laat ik ze weer licht van me weglopen. Eenmaal over de top zie ik een wijde open vlakte en voel ik de tegenwind aanzwellen, ik besluit dus in de afdaling vaart te maken om weer te kunnen aanhaken. De weg is smal, met aan de rechterkant verhoogde weilanden. Ik snel naar beneden langs een muur van gras. Na een tijdje haal ik twee fietsers in met hoge snelheid. Ik zie voor me over een bult in de weilanden het groepje fietsers rijden waar ik heen wil. Ik zie ze rechts aan de andere kant van de bult beneden me, en als ik weer vooruit kijk en de weg achter de grasmuur zie verdwijnen, weet ik dus dat er een bocht naar rechts aan komt. Ik stuur de bocht in met ruim 50 km/h van buiten naar binnen. De bocht knijpt echter onverwacht meer naar rechts dan ik had verwacht. Ik ga veel te snel voor de knik en moet dus bij remmen maar ik hang in de bocht en twijfel kort. Door mijn angst voor remmen in bochten stel ik het remmen een fractie te lang uit. Dit gaat niet goed. Ik zie de rand van de weg snel op me afkomen terwijl mijn achterwiel blokkeert als ik beide remmen uit alle macht aantrek. De weg waarop ik rijd is aan de linkerkant begrenst met gras dat schuin naar beneden loopt. Een paar meter lager loopt een andere weg, die aansluit op de weg waarop ik rijd, een meter of 20 rechts van me aan het eind van de bocht. Mijn snelheid wordt iets verminderd door het remmen maar de bocht ga ik niet halen. Ik slaak een gil als ik over de rand van de weg duik en vlieg richting de weg beneden me. Ik doe m'n ogen dicht en wordt alle kanten op geslingerd. Ik hoor een harde doffe klap op mijn hoofd, rol nog wat door en kom tot stilstand midden op de weg. Als ik mijn ogen open doe zie ik mijn fiets door de lucht vliegen en aan de andere kant van de weg verdwijnen in een diepe greppel. Zonder na te denken sta ik op en loop richting de greppel aan de andere kant van de weg. Ik hobbel naar beneden en vind mijn fiets een meter of 4 lager tegen een hek. Mij valt op dat er nog slechts 1 bidon in de houder zit en begin te zoeken naar de andere. Ik zie hem niet meteen dus ik breng eerst mijn fiets naar de weg boven me. Daar staat een wielrenner die me vraagt hoe het met me is. Ik mompel dat het wel gaat. Hij vraagt me vervolgens of ik toevallig een blog over de marmotte 2011 bij houd. Ik knik en zeg lachend dat dit er wel op komt. Dan rijd hij weer door als ik nogmaals zeg dat het wel gaat. Ik ga weer naar beneden en vind snel mijn 2e bidon. Als ik mijn hand over mn onderrug haal blijkt dat mijn beide energiegelletje geklapt te zijn door de val en de plakkerige drap zit overal. Her eerst wat ik doe is het schoonmaken van de spulletjes die er dicht in de buurt zitten, zoals mijn telefoon en autosleutels. Als ik vervolgens een krentenbol ga nuttigen stopt er ineens een auto van de organisatie naast me. Pas dan kijk ik naar mijn fiets en kom ik er achter dat hij niet geheel ongeschonden uit de val gekomen is. Had ik ook niet verwacht gezien de flinke klap. Toch valt het op het oog wel mee. In mijn beide wielen zit een flinke slag. Mijn voorwiel heeft de grootste slag, die kan niet meer draaien en heeft een lekke band. Daarnaast is mijn zadel geheel ontzet. Meer als een flink gat in mijn stuurlint kan ik eigenlijk niet zien zo snel. De man van de organisatie haalt de wielen uit mijn fiets en plaatst deze samen met het frame achterin de auto. Dan merk ik dat mijn zadeltasje ontbreekt dus die ga ik zoeken. Snel vind ik hem in de berm als ik nog iets op het asfalt zie liggen daar waar ik geland ben. Ik loop erheen en ontdek dat het een groot stuk helm is. Als ik mijn hand over de achterkant van mijn helm op mijn hoofd haal blijkt er inderdaad een flink stuk te missen. Wow. Die heeft z'n werk gedaan. Voordat ik de auto in stap kijk ik nog eens waar ik vandaan ben gekomen en ik verbaas me erover dat ik eigenlijk nauwelijks ergens last van heb. Hoewel. ik voel de binnenkant van mijn rechterbeen eigenlijk best behoorlijk, al zie ik er niets aan. Mijn linker schouder voel ik ook wel een beetje. Als ik scheef op de bijrijderstoel van de auto ga zitten om te voorkomen dat zijn stoel besmeurd wordt met plakkerig suikerwater voel ik toch mijn linker dijbeen ook wel aardig. Nog geen 200 meter verder is de pauzeplaats alwaar een mechanieker huishoud onder een party-tent. Over geluk gesproken.
Als mijn fiets in delen is uitgeladen loop ik direct naar de mechanieker omdat mijn fiets moet worden opgelapt. Ik moet namelijk nog 115km. Ik vraag hem om de slagen uit beide voorwielen te halen. Hij blijkt echter niet de juiste spakenspanner bij zich te hebben om dat te regelen. Hmm. Eerst maar eens mijn binnenband vervangen. Na wat kort geploeter is dat geregeld en verleggen we onze aandacht naar het zadel. Maar hoe we ook pielen, we krijgen hem niet gefikst. Gelukkig heeft hij nog wel een ander zadel liggen wat ik mag lenen voor de rest van de trip. Service!
Ik zet mijn fiets in elkaar en check of verder alles werkt. We laten de remkabel van mijn voorrem vieren zodat het wiel, ondanks de slag toch vrij kan draaien. Het achterwiel kan zonder ingrijpen wel vrij draaien. Wel zie ik een flinke kale plek op mijn band door het harde remmen. De band is door 2 lagen heen gesleten, maar mijn binnenband puilt er nog niet uit. Ik bedank de man en loop weg. Ohja, het is hier een pauzeplaats, dus ik moet nog even wat eten en de bidons vullen. Dat doe ik dus gouw.
Ik zet mijn bidons terug in mijn fiets nadat ik de bidonhouders recht heb gebogen en loop richting de weg. Ik kijk naar de bewegwijzering en vraag me af wat ik moet gaan doen. Ik voel me niet slecht dus fietsen kan nog best, toch? En ook mijn fiets doet het, alhoewel er een flinke slag in mijn voorwiel zit. Ik stap op en rijd in de richting waarin het pijltje met opdruk 165 wijst. Na een paar meter denk ik, nee, dat is zo niet verstandig met een gladde achterband en een slag in mijn voorwiel, dus draai ik om, terug naar de verzameling bordjes. Na enig dubben besluit ik te kiezen voor het bordje 85km, de kortste weg naar mijn auto.
Nadat ik ben wegreden en rustig aan de terugweg ben begonnen, fiets ik langs de plek waar ik zojuist op de weg ben gekwakt. Ik verbaas me nogmaals over de geringe schade aan mezelf en mijn fiets als ik de plek des onheils zie. Hoe had het kunnen gebeuren. Ik ben altijd best voorzichtig, zeker in afdalingen en bochten, en helemaal als ik alleen op pad ben. Het wordt me duidelijk dat ik een overdosis geluk heb gehad. In de 45km die volgen heb ik alle tijd om rustig de val te resumeren en het gaat me steeds helderder voor de geest staan. Het afgelopen uur op de pauzeplaats ben ik daar eigenlijk helemaal niet mee bezig geweest. Eigenlijk denk ik aan weinig anders meer, en zie ik het moment keer op keer terug. Ik wordt er niet vrolijk van. Gedachtes over hoe het anders had kunnen aflopen hakken er flink in. Ondertussen voel ik iets van een steentje onder mijn linkerbil en als ik het wil weghalen blijkt als ik mijn hand er langs wrijf dat mijn broek flink stuk is. Kut. Mijn mooie Milremo outfit. Daar baal ik stevig van. Ik stop even om de schade op te nemen en moet constateren dat deze koersbroek is afgeschreven. Balen.
Weer op de fiets schieten mijn gedachten weer terug naar het moment. Hoe anders had het kunnen aflopen. Weinig vrolijk vervolg ik mijn weg, van de omgeving krijg ik verder weinig mee. Na elke afdaling die nog volgt, als ik mijn benen een tijd heb stilgehouden en weer aanzet voelt mijn rechter lies toch wel behoorlijk pijnlijk. Zolang ik beweeg ebt het gevoel telkens wel weer enigszins weg. Ik besluit bij het eindpunt de Muur van Vianden in de laatste paar kilometers toch nog op te fietsen. Ik ben er nu toch. En het loopt nog best aardig ook. Valt me niets tegen.
Bij de auto kom ik eindelijk toe aan het opnemen van de schade. Op de pauzeplaats is dat niet bij me opgekomen. Ik blijk toch wel meerdere flinke beurse plekken en schaafwonden te hebben. Kon ook eigenlijk niet anders. Mijn shirt is overigens nog wel heel, ondanks dat ik dus op mijn achterhoofd en schouder lijk te zijn geland. Mijn helm is wél af geschreven, dat is duidelijk
De nacht die er op volgt slaap ik belabberd en ik word zondagochtend wakker met spierpijn ik elke spier in met name mijn bovenlichaam, maar wel met het continue besef dat ik ongelooflijk veel geluk heb gehad. Er lijkt niets aan mij te mankeren wat niet binnen een paar dagen over is. Mijn fiets heeft iets minder geluk.
De volgende dag bied ik hem aan ter inspectie en reparatie bij Bike+. De slagen in de wielen worden er grotendeels uitgehaald, en een nieuw stuurlint en zadel laten hem er weer als nieuw uit zien. Helaas wordt me medegedeeld dat mijn carbon voorvork "paint crack" vertoont wat er op wijst dat het carbon/aluminium eronder zijn langste tijd gehad heeft. Iets wat me overigens totaal niet verbaasd gezien de klap. Het is nog afwachten of ze deze week een nieuwe vanuit Koga opgestuurd kunnen krijgen, want ik wil as zondag alweer fietsen in de Ardennen. Afwachten.
Ik heb bovenstaande opgeschreven zoals ik het me kan herinneren na de val. Daaruit blijkt toch wel dat ik door de klap licht groggy moet zijn geweest, want heel helder en logisch ben ik niet bezig geweest direct na de val en op de pauzeplaats. Ach ja. Wellicht besteed ik er teveel aandacht aan. Vallen tijdens het fietsen komt tenslotte wel vaker voor. Maar ik ben van mening dat ik door het oog van de naald ben gekropen en dat ik van geluk mag spreken dat ik gewoon morgen weer een geplande training kan afwerken. Wijze les: Altijd een helm op en voorzichtig met afdalen op onbekend terrein.
maandag 30 mei 2011
donderdag 26 mei 2011
Achtervolging
Afgelopen zondag heb ik een beste duurtraining afgewerkt van 157km vanuit Deurne, alwaar een mooie route was uitgepijld. Voor het eerst sinds het begin van de wegtrainingen op 17 februari heb ik in de regen gefietst. In maart heb ik een AGU Secco regenjasje gekocht, en die was niet goedkoop, dus zoals het een echte Hollander betaamd was ik niet ontevreden dat ik hem ook daadwerkelijk een keer kon gebruiken. Het jasje zat prima en ik had geen last van teveel warmte. Het ademde dus goed, en is z'n geld dus wel waard. Na 50km bij de pauzeplaats heb ik hem weer uitgedaan, en de rest van de trip is het droog gebleven en heb ik hem dus niet meer nodig gehad.
Na zo'n 10 km na de start sloot ik aan bij een groepje dat continue net 30 per uur reed, en ondanks dat ik wel harder wilde ben ik er toch maar achter blijven hangen. De trip was nog lang, en het reed best comfortabel. Daarnaast hoefde ik nu niet op de bewegwijzering te letten, iets dat me de eerste 10km 2x fout had doen rijden, daar er voor deze trip kleine witte pijltjes op het wegdek waren geschilderd die ik snel over het hoofd zag.
na zo'n 10km begon mijn hartslagmeter te sputteren, en ben ik even gestopt om m'n band goed te doen. Na een klein minuutje weer opgestapt om weer aansluiting bij de groep te maken. Aangezien ze steeds 30 per uur hadden gereden moest het weinig moeite zijn om ze weer bij te halen, maar dat duurde toch langer dan ik had gedacht. Onderweg had ik de tijd een rekensommetje te maken. Als ik een minuut heb stilgestaan, heeft het groepje dus 500m afgelegd. Als ik ze binnen 10 minuten wil inhalen, moet ik dus in dezelfde tijd als hun 5500m afleggen. 10% harder dus. Ik heb de snelheid dus op 33 gezet. Reed ik achterin het groepje nog met hartslag 115, koste het nu wat meer moeite daar mijn hartslag steeds boven de 165 was. Hieruit blijkt dus als je alleen 10% sneller wilt rijden dan een groepje, je dat 40% meer inspanning kost als je alleen rijd. Het is natuurlijk bekend dat een renner alleen harder moet werken dan een groep, maar nu ervoer ik het zelf even. Na 10 minuten had ik inderdaad weer aansluiting en is mijn hartslag in het uur dat er op volgde nauwelijks boven de 120 geweest.
Op de pauzeplaats in Milsbeek heb ik kort 2 krentenbollen en 2 bekertjes energiedrank achterover gewerkt en ben ik alleen verder gefietst, en heb dus het comfortabele groepje achter gelaten. De route liep nu over mij bekende hobbeltjes rond Groesbeek en dat beviel me wel. Aan het begin van de Zevenheuvelenweg reed ik helaas lek. Vlak voordat ik mijn wiel weer terug in fiets zette kwam het eerdergenoemde groepje net langs. Snel heb ik mn spulletjes opgeborgen en ben er achteraan gegaan. De club was echter geheel versnipperd en al snel reed ik bij de voorste. De hobbeltjes tot dan toe was ik redelijk rap omhoog gefietst, maar niet te gek; net in D3.
Nadat ik de Oude Holleweg (700m; ruim 9%) staand was opgereden met gemiddeld 15 per uur heb ik nog even met de eerste man gebabbeld, maar aangezien die op z'n clubgenoten bleef wachten ben ik doorgefietst.
Vlak voor de laatste pauzeplaats bij 90km zag ik ver voor me een grote groep fietsers net wegrijden. Aangezien de laatste 60km nagenoeg helemaal wind tegen was, en de wind ook nog eens flink aan het toenemen was, leek mij een paar wielrenners voor me een comfortabele manier om het laatste stuk af te leggen. Eenmaal bij de splitsing waar ik ze had zien afslaan zag ik ze ver voor me over een lange golvende weg door het bos rijden. Ik besloot een achtervolging in te zetten om te proberen ze snel bij te halen, daar ik het gevoel had dat dit geen groepje was dat 30 per uur gemiddeld rijd. Nadat ik flink had aangezet en de snelheid kortstondig 46 per uur was geweest stabiliseerde het rond de 38; de hartslag nu boven het omslagpunt zo rond 185. Dat ging natuurlijk niet vanzelf, maar ik wilde kost wat kost het groepje bij halen. Al ging dat bijhalen echt tergend traag. Door de rekensom die ik eerder had gemaakt leek het me dat het groepje toch ruim tegen de 35 per uur moest rijden. Dit gaf nog meer moraal, want de laatste 50 km daarmee mee fietsen is best lekker. Aangezien ik ruim boven mijn omslagpunt reed, was ik flink aan het afzien. Ik keek niet de hele tijd ruim vooruit, maar eigenlijk steeds een paar meter voor me op de weg, terwijl ik diep onderin de beugel zat. Telkens als ik even op keek om te zien of ik al iets dichterbij het groepje was had ik het gevoel alsof ik nauwelijks iets op ze was ingelopen. Even vreesde ik dat ik bezig was met een chasse patate. Aangezien de weg nogal golfde waren het juiste de stukken waar het licht helde waarop ik het idee had dat ik sneller reed dan het groepje. Het kostte me steeds meer moeite, maar ik kwam nu toch echt steeds dichterbij. Beetje bij beetje kwam het laatste wiel binnen bereik. Toch duurde het 8 minuten en ruim 5 km voordat ik eindelijk de definitieve aansluiting vond. Ik had flink afgezien en dus een flinke tijd boven mijn omslagpunt moeten fietsen, maar de beloning was er wel naar. De club reed, eenmaal op het vlakke uit het bos namelijk steeds ruim boven de 35 per uur, en regelmatig boven de 40. 20km lang heb ik in het laatste wiel heerlijk kunnen profiteren van het zog van het ruim 20 man tellende pelotonnetje, de hartslag steeds midden in D2. Tot er iemand een lekke band kreeg. De hele groep wachtte op de pechvogel, maar ik besloot door te rijden, er vanuit gaande dat ik toch zo weer zou worden bijgehaald. Wel had ik meteen door dat ik alleen niet heel hard meer zou gaan, doordat de tegenwind toch aanzienlijk was. De eerste 20km alleen heb ik nog wel steeds boven de 30 per uur gereden met de hartslag in D2, maar daarna werd het steeds minder, zowel de hartslag als de snelheid.
Met nog zo'n 15km te gaan was het voor de benen wel welletjes, en zakte de snelheid flink. Ik heb steeds achterom gekeken waar nu het pelotonnetje bleef, want ik had wel weer behoefte aan een paar windvangers. Helaas hebben er waarschijnlijk meer mannen een lekke band opgelopen, want ze hebben me niet meer ingehaald, terwijl ik de laatste 10km nauwelijks harder dan 25 per uur heb gereden.
De teller gaf uiteindelijk 157km met 410 hoogtemeters aan 28 gemiddeld per uur; de gemiddelde hartslag 143; prima duur training dus.
Na zo'n 10 km na de start sloot ik aan bij een groepje dat continue net 30 per uur reed, en ondanks dat ik wel harder wilde ben ik er toch maar achter blijven hangen. De trip was nog lang, en het reed best comfortabel. Daarnaast hoefde ik nu niet op de bewegwijzering te letten, iets dat me de eerste 10km 2x fout had doen rijden, daar er voor deze trip kleine witte pijltjes op het wegdek waren geschilderd die ik snel over het hoofd zag.
na zo'n 10km begon mijn hartslagmeter te sputteren, en ben ik even gestopt om m'n band goed te doen. Na een klein minuutje weer opgestapt om weer aansluiting bij de groep te maken. Aangezien ze steeds 30 per uur hadden gereden moest het weinig moeite zijn om ze weer bij te halen, maar dat duurde toch langer dan ik had gedacht. Onderweg had ik de tijd een rekensommetje te maken. Als ik een minuut heb stilgestaan, heeft het groepje dus 500m afgelegd. Als ik ze binnen 10 minuten wil inhalen, moet ik dus in dezelfde tijd als hun 5500m afleggen. 10% harder dus. Ik heb de snelheid dus op 33 gezet. Reed ik achterin het groepje nog met hartslag 115, koste het nu wat meer moeite daar mijn hartslag steeds boven de 165 was. Hieruit blijkt dus als je alleen 10% sneller wilt rijden dan een groepje, je dat 40% meer inspanning kost als je alleen rijd. Het is natuurlijk bekend dat een renner alleen harder moet werken dan een groep, maar nu ervoer ik het zelf even. Na 10 minuten had ik inderdaad weer aansluiting en is mijn hartslag in het uur dat er op volgde nauwelijks boven de 120 geweest.
Op de pauzeplaats in Milsbeek heb ik kort 2 krentenbollen en 2 bekertjes energiedrank achterover gewerkt en ben ik alleen verder gefietst, en heb dus het comfortabele groepje achter gelaten. De route liep nu over mij bekende hobbeltjes rond Groesbeek en dat beviel me wel. Aan het begin van de Zevenheuvelenweg reed ik helaas lek. Vlak voordat ik mijn wiel weer terug in fiets zette kwam het eerdergenoemde groepje net langs. Snel heb ik mn spulletjes opgeborgen en ben er achteraan gegaan. De club was echter geheel versnipperd en al snel reed ik bij de voorste. De hobbeltjes tot dan toe was ik redelijk rap omhoog gefietst, maar niet te gek; net in D3.
Nadat ik de Oude Holleweg (700m; ruim 9%) staand was opgereden met gemiddeld 15 per uur heb ik nog even met de eerste man gebabbeld, maar aangezien die op z'n clubgenoten bleef wachten ben ik doorgefietst.
Vlak voor de laatste pauzeplaats bij 90km zag ik ver voor me een grote groep fietsers net wegrijden. Aangezien de laatste 60km nagenoeg helemaal wind tegen was, en de wind ook nog eens flink aan het toenemen was, leek mij een paar wielrenners voor me een comfortabele manier om het laatste stuk af te leggen. Eenmaal bij de splitsing waar ik ze had zien afslaan zag ik ze ver voor me over een lange golvende weg door het bos rijden. Ik besloot een achtervolging in te zetten om te proberen ze snel bij te halen, daar ik het gevoel had dat dit geen groepje was dat 30 per uur gemiddeld rijd. Nadat ik flink had aangezet en de snelheid kortstondig 46 per uur was geweest stabiliseerde het rond de 38; de hartslag nu boven het omslagpunt zo rond 185. Dat ging natuurlijk niet vanzelf, maar ik wilde kost wat kost het groepje bij halen. Al ging dat bijhalen echt tergend traag. Door de rekensom die ik eerder had gemaakt leek het me dat het groepje toch ruim tegen de 35 per uur moest rijden. Dit gaf nog meer moraal, want de laatste 50 km daarmee mee fietsen is best lekker. Aangezien ik ruim boven mijn omslagpunt reed, was ik flink aan het afzien. Ik keek niet de hele tijd ruim vooruit, maar eigenlijk steeds een paar meter voor me op de weg, terwijl ik diep onderin de beugel zat. Telkens als ik even op keek om te zien of ik al iets dichterbij het groepje was had ik het gevoel alsof ik nauwelijks iets op ze was ingelopen. Even vreesde ik dat ik bezig was met een chasse patate. Aangezien de weg nogal golfde waren het juiste de stukken waar het licht helde waarop ik het idee had dat ik sneller reed dan het groepje. Het kostte me steeds meer moeite, maar ik kwam nu toch echt steeds dichterbij. Beetje bij beetje kwam het laatste wiel binnen bereik. Toch duurde het 8 minuten en ruim 5 km voordat ik eindelijk de definitieve aansluiting vond. Ik had flink afgezien en dus een flinke tijd boven mijn omslagpunt moeten fietsen, maar de beloning was er wel naar. De club reed, eenmaal op het vlakke uit het bos namelijk steeds ruim boven de 35 per uur, en regelmatig boven de 40. 20km lang heb ik in het laatste wiel heerlijk kunnen profiteren van het zog van het ruim 20 man tellende pelotonnetje, de hartslag steeds midden in D2. Tot er iemand een lekke band kreeg. De hele groep wachtte op de pechvogel, maar ik besloot door te rijden, er vanuit gaande dat ik toch zo weer zou worden bijgehaald. Wel had ik meteen door dat ik alleen niet heel hard meer zou gaan, doordat de tegenwind toch aanzienlijk was. De eerste 20km alleen heb ik nog wel steeds boven de 30 per uur gereden met de hartslag in D2, maar daarna werd het steeds minder, zowel de hartslag als de snelheid.
Met nog zo'n 15km te gaan was het voor de benen wel welletjes, en zakte de snelheid flink. Ik heb steeds achterom gekeken waar nu het pelotonnetje bleef, want ik had wel weer behoefte aan een paar windvangers. Helaas hebben er waarschijnlijk meer mannen een lekke band opgelopen, want ze hebben me niet meer ingehaald, terwijl ik de laatste 10km nauwelijks harder dan 25 per uur heb gereden.
De teller gaf uiteindelijk 157km met 410 hoogtemeters aan 28 gemiddeld per uur; de gemiddelde hartslag 143; prima duur training dus.
donderdag 19 mei 2011
Er tegen aan
Wegens verplichtingen had ik afgelopen zondag net genoeg tijd om 2 uurtjes te fietsen. Meer dan een korte duur training had ik überhaupt niet gepland, dus het haalde ook niet zo veel uit. Ik vond het niet erg om de rustige week af te sluiten met een kort ritje. Het resterende schema is namelijk zeer ambitieus, dus even pas op de plaats kan geen kwaad dacht ik. Het ritje van zondag leverde me overigens een gebroken spaak en een slag in mijn achterwiel op, nadat ik een plotselinge slingerbeweging had gemaakt om een gat in de weg te ontwijken. De slag was van dien aard dat mijn wiel niet meer vrij liep tussen de achterremblokjes, maar ik heb het ritje toch afgemaakt zoals gepland. Een dag later was het euvel alweer gefikst. Nieuwe spaak er in en geen spoor van de slag. Met dank aan Bike+, die dat voor EUR 12.50 op korte termijn wilde regelen.
Het door dr. Eric van Breda opgestelde schema voorziet wederom in 2 stevige intervaltrainingen op dinsdag en vrijdag, en veel duurwerk in het weekend. Gezien mijn ervaring met het vorige schema weet ik al dat ik ook deze niet minutieus zal kunnen volgen. Daarvoor is mijn herstelvermogen gewoonweg te traag, maar ik ga het wel proberen. Dinsdag stond de eerste intervaltraining op het programma. 2 uur trappen, waarin 2 series van 4x5 minuten D3 + 5 minuten rust (D1/D2), gevolgd door 20 minuten rustig. Ten opzichte van het vorige schema is de totale duur in D3 dus niet toegenomen. Aangezien ik er vanuit ga dat mijn omslagpunt nu hoger licht dan toen het werd vastgesteld begin maart (dit leidt ik af aan de hand van mijn prestaties de afgelopen periode waarin ik tevens geruime tijd boven mijn eerder vastgestelde maximale hartslag heb gereden), leek het me legitiem om de intervallen hoger in de zone uit te voeren. Stelde ik de hartslag in de vorige periode telkens netjes op 175 (midden in D3; 168 - 182), besloot ik dat nu bovenin de zone te doen. Richtpunt was 180. En zo geschiedde. Ik eindigde elke 8 intervallen op ongeveer hartslag 182, zie hieronder:
Achteraf was ik niet ontevreden over hoe het gelopen was. Het ging absoluut niet vanzelf, en de benen waren het er niet mee eens, maar ik heb de intervallen toch allemaal afgewerkt. Wel valt mijn snelheid me best tegen. Elke interval heb ik gemiddeld maar net 36 per uur gereden. Niet echt wereld top lijkt me.
De dag erna ging de trip met de mannen niet door en ben ik alleen op pad gegaan voor een herstel rondje. Mijn benen hadden dinsdag toch een beste tik gehad, en dat merkte ik, want ik kwam niet vooruit. Ik heb een klein uurtje gefietst met een gemiddelde hartslag van nog geen 130! Zo'n herstel training moet maar ergens goed voor zijn, want vrolijk word ik er niet van.
Ik merk dat ik me door kleine negatieve signaaltjes (matig gemiddelde, zware benen) eerder zorgen maak over de mogelijkheid van goud voor de Marmotte, dan dat ik vertrouwen put uit positieve signaaltjes (lang hoog in weerstand zone, PR op Tivoli-rit). Ik ben er danook nog lang niet van overtuigd dat ik op zaterdag 2 juli mijn doel zal halen. Als ik verhalen van wielrenners lees of hoor die goud hebben gehaald tijdens de Marmotte, zakt me de moed soms in de schoenen als ik er achter kom wat voor gemiddelden deze mensen op het vlakke in de polder kunnen rijden. Gemiddelden waar ik mijn inziens nooit toe in staat zal zijn. Twijfel slaat dan hard toe. Goed, meer dan dat ik er nu voor doe is gewoonweg niet haalbaar naast een full-time baan en 2 kids (die ik 3 dagen in de week wegbreng en ophaal van school/opvang). Ik prijs me gelukkig dat Helen me daarnaast zo veel mogelijk ontziet waardoor ik toch 10 uur kan fietsen in de week. Als ik daardoor toch niet in staat ben goud te halen, dan zij het zo. Kan ik best vrede mee hebben, alhoewel ik het absolute doel natuurlijk blijf nastreven.
Via Email heb ik nog een discussie met Eric gehad over de finale week in Frankrijk. 3 jaar geleden heb ik in de week voor de Marmotte op maandagochtend de Mont Ventoux, op dinsdag de Glandon en op woensdag de Alpe d'Huez in Marmotte-tempo beklommen. De resterende 2 dagen heb ik gerust en pasta gegeten. De Marmotte van 2008 liep door deze aanpak helemaal naar wens, en ik kwam ruim binnen mijn verwachtte tijd binnen. Vandaar dat ik min of meer hetzelfde programma wilde afdraaien. Eric is echter van mening dat al deze bulten in de week voorafgaand aan de Marmotte teveel van het goede is. Ik zal er qua conditie helemaal niets meer mee winnen, vindt hij, dus moet ik het niet doen. Zijn schema voorziet in alleen op zondag en woensdag een paar uurtjes rustig rondtrappen laag in D2. Ik denk dat ik baat heb bij het op Marmotte-tempo beklimmen van een aantal Alpen reuzen om zo mijn gestel te laten wennen aan lange periodes van continue weerstand op de benen. Iets wat ik tijdens alle beklimmingen gedurende de trainingsperiodes in de Ardenne en Limburgse heuvels niet kan ervaren, aangezien daar de klimmtjes te kort voor zijn. Maar Eric is de expert, dus vandaar de twijfel. Het is logisch om niet een dag voor de Marmotte in tijdrit-tempo de Alpe d'Huez op te rijden, maar minimaal 3 dagen van te voren een laatste inspanning van ruim een uur hoog in D2 met hoge cadans (dus geen maximale weerstand op de benen) kan toch geen grote negatieve impact hebben op mijn presteren tijdens de Marmotte. Of wel?
In 2008 heb ik op de woensdag voor de Marmotte mijn PR op de Alpe d'Huez scherper gesteld door deze te beklimmen door gemiddeld steeds in D3 met een hoge cadans op te fietsen (1h07 tot tunneltje, 1h11 tot tourstreep), en 3 dagen later fiets ik de Marmotte bijna 3 uur sneller dan 3 jaar daarvoor. Dus zo slecht is het niet.
Bijkomend potentieel minpunt is, volgens Eric, dat als ik de 3 bulten op fiets, en daarbij niet sneller ben dan 3 jaar geleden, dit kan leiden tot anti-moraal en daar ben ik het dan weer wel met Eric mee eens. Goed, ik heb nog een paar weken om er over na te denken. De Mont Ventoux doe ik sowieso, want ik heb van zaterdag 25 tot zondag 26 juni een hotelletje in de buurt geboekt, alvorens vanaf zondagavond 26 juni mijn uitvalbasis in Oz d'Oissans te betrekken.
Het door dr. Eric van Breda opgestelde schema voorziet wederom in 2 stevige intervaltrainingen op dinsdag en vrijdag, en veel duurwerk in het weekend. Gezien mijn ervaring met het vorige schema weet ik al dat ik ook deze niet minutieus zal kunnen volgen. Daarvoor is mijn herstelvermogen gewoonweg te traag, maar ik ga het wel proberen. Dinsdag stond de eerste intervaltraining op het programma. 2 uur trappen, waarin 2 series van 4x5 minuten D3 + 5 minuten rust (D1/D2), gevolgd door 20 minuten rustig. Ten opzichte van het vorige schema is de totale duur in D3 dus niet toegenomen. Aangezien ik er vanuit ga dat mijn omslagpunt nu hoger licht dan toen het werd vastgesteld begin maart (dit leidt ik af aan de hand van mijn prestaties de afgelopen periode waarin ik tevens geruime tijd boven mijn eerder vastgestelde maximale hartslag heb gereden), leek het me legitiem om de intervallen hoger in de zone uit te voeren. Stelde ik de hartslag in de vorige periode telkens netjes op 175 (midden in D3; 168 - 182), besloot ik dat nu bovenin de zone te doen. Richtpunt was 180. En zo geschiedde. Ik eindigde elke 8 intervallen op ongeveer hartslag 182, zie hieronder:
Achteraf was ik niet ontevreden over hoe het gelopen was. Het ging absoluut niet vanzelf, en de benen waren het er niet mee eens, maar ik heb de intervallen toch allemaal afgewerkt. Wel valt mijn snelheid me best tegen. Elke interval heb ik gemiddeld maar net 36 per uur gereden. Niet echt wereld top lijkt me.
De dag erna ging de trip met de mannen niet door en ben ik alleen op pad gegaan voor een herstel rondje. Mijn benen hadden dinsdag toch een beste tik gehad, en dat merkte ik, want ik kwam niet vooruit. Ik heb een klein uurtje gefietst met een gemiddelde hartslag van nog geen 130! Zo'n herstel training moet maar ergens goed voor zijn, want vrolijk word ik er niet van.
Ik merk dat ik me door kleine negatieve signaaltjes (matig gemiddelde, zware benen) eerder zorgen maak over de mogelijkheid van goud voor de Marmotte, dan dat ik vertrouwen put uit positieve signaaltjes (lang hoog in weerstand zone, PR op Tivoli-rit). Ik ben er danook nog lang niet van overtuigd dat ik op zaterdag 2 juli mijn doel zal halen. Als ik verhalen van wielrenners lees of hoor die goud hebben gehaald tijdens de Marmotte, zakt me de moed soms in de schoenen als ik er achter kom wat voor gemiddelden deze mensen op het vlakke in de polder kunnen rijden. Gemiddelden waar ik mijn inziens nooit toe in staat zal zijn. Twijfel slaat dan hard toe. Goed, meer dan dat ik er nu voor doe is gewoonweg niet haalbaar naast een full-time baan en 2 kids (die ik 3 dagen in de week wegbreng en ophaal van school/opvang). Ik prijs me gelukkig dat Helen me daarnaast zo veel mogelijk ontziet waardoor ik toch 10 uur kan fietsen in de week. Als ik daardoor toch niet in staat ben goud te halen, dan zij het zo. Kan ik best vrede mee hebben, alhoewel ik het absolute doel natuurlijk blijf nastreven.
Via Email heb ik nog een discussie met Eric gehad over de finale week in Frankrijk. 3 jaar geleden heb ik in de week voor de Marmotte op maandagochtend de Mont Ventoux, op dinsdag de Glandon en op woensdag de Alpe d'Huez in Marmotte-tempo beklommen. De resterende 2 dagen heb ik gerust en pasta gegeten. De Marmotte van 2008 liep door deze aanpak helemaal naar wens, en ik kwam ruim binnen mijn verwachtte tijd binnen. Vandaar dat ik min of meer hetzelfde programma wilde afdraaien. Eric is echter van mening dat al deze bulten in de week voorafgaand aan de Marmotte teveel van het goede is. Ik zal er qua conditie helemaal niets meer mee winnen, vindt hij, dus moet ik het niet doen. Zijn schema voorziet in alleen op zondag en woensdag een paar uurtjes rustig rondtrappen laag in D2. Ik denk dat ik baat heb bij het op Marmotte-tempo beklimmen van een aantal Alpen reuzen om zo mijn gestel te laten wennen aan lange periodes van continue weerstand op de benen. Iets wat ik tijdens alle beklimmingen gedurende de trainingsperiodes in de Ardenne en Limburgse heuvels niet kan ervaren, aangezien daar de klimmtjes te kort voor zijn. Maar Eric is de expert, dus vandaar de twijfel. Het is logisch om niet een dag voor de Marmotte in tijdrit-tempo de Alpe d'Huez op te rijden, maar minimaal 3 dagen van te voren een laatste inspanning van ruim een uur hoog in D2 met hoge cadans (dus geen maximale weerstand op de benen) kan toch geen grote negatieve impact hebben op mijn presteren tijdens de Marmotte. Of wel?
In 2008 heb ik op de woensdag voor de Marmotte mijn PR op de Alpe d'Huez scherper gesteld door deze te beklimmen door gemiddeld steeds in D3 met een hoge cadans op te fietsen (1h07 tot tunneltje, 1h11 tot tourstreep), en 3 dagen later fiets ik de Marmotte bijna 3 uur sneller dan 3 jaar daarvoor. Dus zo slecht is het niet.
Bijkomend potentieel minpunt is, volgens Eric, dat als ik de 3 bulten op fiets, en daarbij niet sneller ben dan 3 jaar geleden, dit kan leiden tot anti-moraal en daar ben ik het dan weer wel met Eric mee eens. Goed, ik heb nog een paar weken om er over na te denken. De Mont Ventoux doe ik sowieso, want ik heb van zaterdag 25 tot zondag 26 juni een hotelletje in de buurt geboekt, alvorens vanaf zondagavond 26 juni mijn uitvalbasis in Oz d'Oissans te betrekken.
donderdag 12 mei 2011
6 dagen geen fietsen
De 4e week van de training is volgens planning een rustige week. Geen interval en geen lange duurritten. En dat komt goed uit, wat deze week ben ik niet in de mogelijkheid te fietsen, oa omdat ik vanaf gisteren tot morgenavond op cursus ben. Pas zaterdag zal ik weer op mijn fiets klimmen voor 3 uurtjes duur. Daarna volgen vanaf dinsdag nog 6 weken pittige trainingen. Eric van Breda heeft weer een mooi programma afgeleverd, waarin naast stevige intervallen en veel duur werk ook 3 cyclo's voorkomen:
zaterdag 28 mei: Jean Nelissen Classic - 165km; 3000 hm
zondag 5 juni: Grand Fondo Ardennaise - 165km; 3100hm
zaterdag 18 juni: Ardense Pijl - 175km; 3000hm
Deze week dus even geen fietsen. Toch werd ik zojuist nog herinnerd aan het fietsen, want als ik uit het raam van mijn hotelkamer van 22 hoog kijk, kan ik het tijdtritparcours van het WK 2011 in Copenhagen zien liggen. Over een maand of 4 rost Cancelara hier waarschijnlijk naar z'n volgende wereldkampioenschap.
zaterdag 28 mei: Jean Nelissen Classic - 165km; 3000 hm
zondag 5 juni: Grand Fondo Ardennaise - 165km; 3100hm
zaterdag 18 juni: Ardense Pijl - 175km; 3000hm
Deze week dus even geen fietsen. Toch werd ik zojuist nog herinnerd aan het fietsen, want als ik uit het raam van mijn hotelkamer van 22 hoog kijk, kan ik het tijdtritparcours van het WK 2011 in Copenhagen zien liggen. Over een maand of 4 rost Cancelara hier waarschijnlijk naar z'n volgende wereldkampioenschap.
zondag 8 mei 2011
resultaat!
Vandaag de 3e week van het 4-weken trainingsschema afgesloten. Vorige week ben ik woensdag op pad geweest met de mannen om weer eens ouderwets te knallen. Me voorgenomen me nergens in te houden, en regelmatig de kop opgezocht om lange (5 a 10 min) delen kopwerk te doen met de hartslag rond het omslagpunt. En dat ging prima.
Op het laatste stuk dijk kwam ik met nog 4 km te gaan op kop. Normaal gesproken zou ik dan rap afgeven, zodat, als het met nog ongeveer 2km te gaan helemaal los gaat, ik in een goed wiel kan springen. Nu besloot ik op kop te blijven zitten en de snelheid langzaam op te voeren. Na zo'n 2.5km reed ik al een tijdje bijna 40 per uur toen Roy ineens langszij kwam. Hela, dacht ik, gaat het niet rap genoeg, en daarop ben ik op de pedalen gaan staan om de snelheid te verhogen naar 50+. Mijn hartslag schoot hierbij naar 185. Na ongeveer 300 meter was mijn snelheid gestabiliseerd op 47km/h toen Fleer langszij kwam met Bak in zijn wiel. Op dat moment trapte Bak het gas nog iets dieper in en reed mij en Fleer voorbij. Er zat weinig anders op dan ook nog even wat dieper in de buidel te tasten. Kort kon ik de snelheid verhogen naar 49 terwijl mijn Polar hierbij hartslag 195 aangaf. Ik reeds Fleer weer voorbij, maar Bak had wel een gaatje. Ik bleef gewoon door trappen, al gaven mijn benen te kennen de voorkeur te hebben het te laten voor wat het was. We waren nog niet op het eind van de dijk, dus ik had nog kans Bak bij te halen. Ruim een minuut heb ik nog zo doorgetrapt met hartslag 195 terwijl het gaatje met Roy langzaam kleiner werd. Aangezien het zeker niet groter werd bleef ik vol houden. Bijna op het eind kwam Stan me nog voorbij gesprint. Ik kon in z'n wiel mee, om meteen er over heen te gaan omdat zijn snelheid snel zakte. Ondertussen reden we beide Bak voorbij die gestopt was met trappen aangezien het eind van de dijk bijna bereikt was.
Dat ging niet onaardig. Op 3 maart was mijn maximum hartslag tijdens de inspanningstest 194, en nu rijd ik anderhalve minuut daarop en erboven! Niet gek. Overigens was mijn hartslag na een minuut alweer met 50 slagen gezakt. Het moge duidelijk zijn dat de trainingen dus zeker zijn uitwerking hebben op mijn conditie. En dat is fijn om te merken.
Ook vandaag heb ik kunnen ondervinden dat de trainingen effectief zijn, want tijdens de duurtraining heb ik het klimtijdritje naar Tivoli in Berg en Dal weer eens afgewerkt. Deze heb ik 6 jaar geleden tijdens een rit van de TTC-Oss voor de eerste en laatste keer gefietst. Het is een stuk van 2.8km met zo'n 60 hoogtemeters. Deze hoogtemeters zitten in de laatste 1500m; zo'n 4% gemiddeld dus. Van de 20 man van de TTC-Oss die die dag de tijdrit reden was ik toen de snelste met 6m07s (het all-time club-record stond overigens (en staat nog steeds naar mijn weten) op 5m37sec). Vandaag heb ik het stuk afgelegd in 4m59sec! Een heel dik pr dus! Mijn gemiddelde snelheid was 33,6 km/h (385 watt gemiddeld) bij een gemiddelde hartslag van 186, waarbij ik de laatste 2 minuten boven 190 zat. Ook vandaag dus in staat geweest om flink diep te gaan.
Goed, dit heeft weinig te maken met het fietsen van de Marmotte, maar hierdoor krijg ik eindelijk wel een beetje een bevestiging dat het de goede kant op gaat.
Deze week is een rustige week. Geen intervallen, en slechts 2 duurritjes. Daarna volgen nog 6 weken voordat ik naar Frankrijk afreis. Hoe ik die ga indelen ben ik nog niet helemaal uit.
Op het laatste stuk dijk kwam ik met nog 4 km te gaan op kop. Normaal gesproken zou ik dan rap afgeven, zodat, als het met nog ongeveer 2km te gaan helemaal los gaat, ik in een goed wiel kan springen. Nu besloot ik op kop te blijven zitten en de snelheid langzaam op te voeren. Na zo'n 2.5km reed ik al een tijdje bijna 40 per uur toen Roy ineens langszij kwam. Hela, dacht ik, gaat het niet rap genoeg, en daarop ben ik op de pedalen gaan staan om de snelheid te verhogen naar 50+. Mijn hartslag schoot hierbij naar 185. Na ongeveer 300 meter was mijn snelheid gestabiliseerd op 47km/h toen Fleer langszij kwam met Bak in zijn wiel. Op dat moment trapte Bak het gas nog iets dieper in en reed mij en Fleer voorbij. Er zat weinig anders op dan ook nog even wat dieper in de buidel te tasten. Kort kon ik de snelheid verhogen naar 49 terwijl mijn Polar hierbij hartslag 195 aangaf. Ik reeds Fleer weer voorbij, maar Bak had wel een gaatje. Ik bleef gewoon door trappen, al gaven mijn benen te kennen de voorkeur te hebben het te laten voor wat het was. We waren nog niet op het eind van de dijk, dus ik had nog kans Bak bij te halen. Ruim een minuut heb ik nog zo doorgetrapt met hartslag 195 terwijl het gaatje met Roy langzaam kleiner werd. Aangezien het zeker niet groter werd bleef ik vol houden. Bijna op het eind kwam Stan me nog voorbij gesprint. Ik kon in z'n wiel mee, om meteen er over heen te gaan omdat zijn snelheid snel zakte. Ondertussen reden we beide Bak voorbij die gestopt was met trappen aangezien het eind van de dijk bijna bereikt was.
Dat ging niet onaardig. Op 3 maart was mijn maximum hartslag tijdens de inspanningstest 194, en nu rijd ik anderhalve minuut daarop en erboven! Niet gek. Overigens was mijn hartslag na een minuut alweer met 50 slagen gezakt. Het moge duidelijk zijn dat de trainingen dus zeker zijn uitwerking hebben op mijn conditie. En dat is fijn om te merken.
Ook vandaag heb ik kunnen ondervinden dat de trainingen effectief zijn, want tijdens de duurtraining heb ik het klimtijdritje naar Tivoli in Berg en Dal weer eens afgewerkt. Deze heb ik 6 jaar geleden tijdens een rit van de TTC-Oss voor de eerste en laatste keer gefietst. Het is een stuk van 2.8km met zo'n 60 hoogtemeters. Deze hoogtemeters zitten in de laatste 1500m; zo'n 4% gemiddeld dus. Van de 20 man van de TTC-Oss die die dag de tijdrit reden was ik toen de snelste met 6m07s (het all-time club-record stond overigens (en staat nog steeds naar mijn weten) op 5m37sec). Vandaag heb ik het stuk afgelegd in 4m59sec! Een heel dik pr dus! Mijn gemiddelde snelheid was 33,6 km/h (385 watt gemiddeld) bij een gemiddelde hartslag van 186, waarbij ik de laatste 2 minuten boven 190 zat. Ook vandaag dus in staat geweest om flink diep te gaan.
Goed, dit heeft weinig te maken met het fietsen van de Marmotte, maar hierdoor krijg ik eindelijk wel een beetje een bevestiging dat het de goede kant op gaat.
Deze week is een rustige week. Geen intervallen, en slechts 2 duurritjes. Daarna volgen nog 6 weken voordat ik naar Frankrijk afreis. Hoe ik die ga indelen ben ik nog niet helemaal uit.
woensdag 4 mei 2011
2 weken trainen
Vanaf dinsdag 19 april werk ik het door dr. Eric van Breda opgestelde 4-weekse trainingsschema af. Het voorziet in 4 trainingen per week. 2 interval trainingen, 1 korte rustige duurtraining en 1 lange duurtraining in het weekend.
De eerste week liep goed. Op dinsdag doe ik een interval met relatief lange periode in D3 vlakbij het omslagpunt. Zie hieronder. Ik kon het opgelegde programma netjes afwerken. Het ging natuurlijk niet vanzelf, maar als dat wel zo zou zijn bereik ik er niets mee.Op woensdag heb ik met de mannen rustig achterin mee gefietst, hartslag niet boven de 150. Wél had ik geen enkele last van de training de dag ervoor. Sterker, ik voelde me super, maar ik heb me aan de opdracht gehouden. Behalve op het moment dat er een brommertje langs kwam. Meteen schoot ik in z'n wiel terwijl de snelheid opliep tot 53,8 km/h. Helaas waardeerde de brommer rijder het niet zo dat ik in z'n wiel zat, en nadat hij op z'n rem had getrapt, en ik hem met hoge snelheid voorbij was geschoten heb ik het maar gelaten voor wat het was. Vast ook wijzer, want ik zat wel met behoorlijk hoge hartslag te trappen, en dat was niet de opdracht.
Vrijdagochtend vroeg heb ik de tweede interval van de week afgewerkt. Hierbij moet ik zo'n 15x 1 minuut min of meer sprinten, zodat mijn hartslag boven het omslagpunt uit komt. Dit om het anaeroob vermogen te trainen. Deze training is zwaarste van de twee, oa omdat er per inspanning maar 2 minuten rust tussen zit, en dat is niet heel veel. Volgens mijn Polar trap ik per interval steeds ruim 400 watt weg. Het viel me danook bijzonder zwaar, maar ik heb de training helemaal af kunnen werken:
Op zondag was het tijd voor minimaal 4 uurtjes laag in D2. Ik ben richting Groesbeek/BergenDal gereden om nog een paar bultjes mee te kunnen pakken. Maar het liep eigenlijk niet vanaf het begin. Volgens het schema moet ik elk uur eindigen met 5 minuutjes in D3, maar na de eerste van de 4 voelde ik me eigenlijk al helemaal uitgepierd. De hobbeltjes liepen nog wel redelijk, maar nadat ik staand de Oude Holleweg was opgereden met redelijke snelheid was het op. De hartslag kwam daarna niet meer boven de 140. Ik heb de 4 uur niet volgemaakt en kwam na ruim drieënhalf uur thuis met net 27 gemiddeld. Stof tot nadenken. Was de interval van vrijdag teveel geweest? Herstel ik niet snel genoeg om me aan het schema te kunnen houden?
Op dinsdag weer de geplande interval training gestart. Deze is de 2e week iets minder zwaar; er zit nu 10 minuten rust tussen de intervallen en daardoor zijn het er het eerste uur maar 4. Toch liep het niet. Ik kreeg de hartslag moeilijk hoog in de 170. Na de 4 intervallen voelde ik me weer helemaal leeg. De laatste 10 minuten hoog in D3 kreeg ik er niet meer uitgeperst. Het was duidelijk dat ik het schema zo niet kon aanhouden. Dat werd de volgende dag nog duidelijker. Toen reed ik weer met de mannen mee, in het zog achterin. Mijn hartslag was nog geen 130, maar het voelde alsof ik flink aan het stoempen was om er aan te kunnen blijven; de benen waren tot weinig meer in staat. Dat baarde me dus zorgen. Meteen heb ik avonds Eric gemaild om advies. Helaas is de communicatie met hem bedroevend; ik had ook nog een mail met vragen eind maart opgestuurd waar ik tot dat moment nog geen reactie op had gehad. Hij mailde me vorige week wel meteen terug en zei er direct mee aan de gang te gaan, maar tot op heden heb ik nog niets van hem vernomen. Gezien het feit dat de communicatie voorafgaand aan de samenwerking ook al zeer moeizaam verliep is de conclussie dat de samenwerking met Sportmax niet is wat ik er van verwacht had, en wat je er als klant van mag verwachten. En dat is jammer, want ik heb wel een goed gevoel bij de aanpak. Ik overweeg nu om de samenwerking te stoppen.
Zonder advies van Eric besloot ik de vrijdag interval helemaal maar te schrappen. Die intervallen zijn zeker zinvol, met name om de algehele conditie op te krikken en een stuk snelheid te creëren, maar ik hecht toch het meeste waarde aan de lange duurtrainingen in het weekend. Gezien de ervaring van de week ervoor leek het me wijs de vrijdag training dus maar tijdelijk over te slaan, zodat er niet nog een duurtraining in het water zou vallen.
Afgelopen zondag ben ik vanuit Wageningen aan de door TCW uitgezette Bevrijdingstocht begonnen. Deze gaat over 150km en pakt boven Arnhem ruim 700 hoogtemeters. De wind was erg hard uit het oosten, maar daar had ik de eerste lus van 40 km van Wageningen naar Wageningen nog weinig moeite mee. Het rondje reed ik alleen met hartslag midden in D2 met ruim 30 km/h gemiddeld. De middenlus van Wageningen naar Arnhem was een stuk pittiger. Na een 5 tal km moest ik met een pond het water oversteken. Door de wachttijd reden er een 10-tal fietser tegelijk weg de kade op. Mooi, dacht ik, lekker in het zog de lastige tegenwind kilometers vol maken. Helaas reed ik binnen een kilometer nog maar achter 2 andere personen, en vond ik het niet langer netjes om geen kopwerk op me te nemen. Met z'n drieën hebben we flink moeten stoempen in de 20km volle tegenwind door de polder. Ik probeerde de snelheid op kop steeds rond de 30 km/h te houden, en dat viel niet mee. Achteraf bleek dat ik elke overname 350-400 watt aan het wegduwen was. Helaas was mijn hartslagmeter er in het eerste uur mee gestopt. Achteraf bleek de batterij van mijn hartslagband op te zijn. En zonder hartslag in beeld wordt het voor mij lastig. Ik fiets altijd op wat ik in beeld zie staan, zelden op gevoel. Maar het ging goed. Het was niet makkelijk, en er moesten nog heel wat kilometers worden afgelegd, maar het was wel leuk om telkens op kop de snelheid weer op te voeren richting 30 ondanks de enorme tegenwind. Op een gegeven moment moesten we een viaduct over en daar ik op kop reed besloot ik de 30 gewoon te handhaven. Dat bleek voor een van de andere 2 mannen te veel, want die waaide er van af. Na nog een aantal kilometers waren we bijna in Arnhem en gaf ik met het welbekende elleboogje aan dat er van me over genomen mocht worden, maar er kwam niemand. Toen ik omkeek bleek ik nog alleen over te zijn.
De kilometers in Arnhem heb ik rustig aan gedaan, want de tegenwind kilometers hadden er toch aardig ingewerkt. Na het verzamelpunt kon ik kiezen uit een 40km lus ten noorden van Arnhem over de Veluwe, of de kortste weg terug naar Wageningen zodat ik op 110km zou uitkomen. De keus viel op de extra lus, want ik had wel zin in hoogtemeters. Het stuk viel me echter best tegen. Het waren voornamelijk smalle slingerende fietspaadjes door het bos en tussen de heide die op en af liepen, en dat liep gewoon niet heel lekker. De klimmetjes gingen wel ok, maar ik voelde me best moe worden. Toch teveel hooi op mijn vork genomen aan het begin met de tegenwind. Na 100km heb ik dus 10 minuten pauze genomen.
Daarna ging het wel weer ok. Eenmaal weer in Anhem en begonnen aan de terugweg met meewind vond ik weer 2 kompanen waarmee het kop over kop steeds rond de 40 per uur ging. Toen het licht helde reed ik net weer op kop en omdat ik de snelheid weer vasthield herhaalde de geschiedenis zeg en waren we nog met z'n tweeën. De 10km die volgde heb ik alles gegeven wat ik had, de snelheid hing daarbij steeds tussen de 40 en 45 per uur. We deden erg lange aflossingen, en op een lang smal fietspad langs het spoor gaf ik meermalen met de elleboog aan dat ik graag afgelost wilde worden, maar door de tegenliggers kon dat niet. Daardoor bleef ik maar doortrappen. Eenmaal weer op een breder pad nam mn kompaan over en was ik blij dat ik even in z'n zog kon uit hijgen. Ik voelde dat ik niet meer herstelde zoals ik wilde, en ik kon dus ook niet meer overnemen, zeker niet toen we even de wind schuin op kop hadden en hij gewoon tegen de 40 bleef rijden. Toen het plots weer even omhoog liep heb ik afgehaakt en ben ik een rustiger tempo gaan rijden even boven de 30 per uur. Na zo'n 10 km werd ik ingehaald door de persoon die er eerder af was gevallen. Samen hebben we de resterende 10km uitgefietst. Hij had helaas nog al een stevig tempo, en daar ik niet wilde aangeven dat het me te hard ging ben ik er maar stoempend naast blijven rijden. Toen we weer voor de laatste paar kilometers tegen de wind indraaide kreeg ik het wel heel zwaar, maar ook nu ben ik er naast blijven rijden. Onverstandig, want ik wist niet half waar ik kijken moest, maar toch. De laatste 500m heb ik hem toch laten gaan want ik kon echt geen pap meer zeggen; was helemaal ongeblust. Ik voelde me dan ook in de auto en thuis na het douchen bijzonder moe. Ik heb me niet vaak zo afgepeigerd gevoeld na een dagje fietsen. Maar goed, het was een beste training, en met een gemiddelde snelheid van net geen 28 per uur inclusief de hoogtemeters en de tegenwind ben ik niet ontevreden over het resultaat.
Dinsdagochtend zat ik om 6:25 op mijn fiets, terwijl de temperatuur tegen het vriespunt hing. De opdracht was dezelfde als die van 19 april, maar bij het aanvangspunt van de eerste interval koos ik ervoor deze vandaag niet zo af te werken. Ik voelde de zondag nog een beetje dus leek het me wijs de training te gebruiken als herstel. Heb daarom het rondje afgewerkt met de hartslag midden in D2, zonder verdere uitschieters.
Vanavond staat er weer een rit met de mannen op het programma en dan ga ik gewoon weer lekker meedoen. Dus flinke kopbeurten en op een aantal punten goed los. Ik heb er zin an.
De eerste week liep goed. Op dinsdag doe ik een interval met relatief lange periode in D3 vlakbij het omslagpunt. Zie hieronder. Ik kon het opgelegde programma netjes afwerken. Het ging natuurlijk niet vanzelf, maar als dat wel zo zou zijn bereik ik er niets mee.Op woensdag heb ik met de mannen rustig achterin mee gefietst, hartslag niet boven de 150. Wél had ik geen enkele last van de training de dag ervoor. Sterker, ik voelde me super, maar ik heb me aan de opdracht gehouden. Behalve op het moment dat er een brommertje langs kwam. Meteen schoot ik in z'n wiel terwijl de snelheid opliep tot 53,8 km/h. Helaas waardeerde de brommer rijder het niet zo dat ik in z'n wiel zat, en nadat hij op z'n rem had getrapt, en ik hem met hoge snelheid voorbij was geschoten heb ik het maar gelaten voor wat het was. Vast ook wijzer, want ik zat wel met behoorlijk hoge hartslag te trappen, en dat was niet de opdracht.
Vrijdagochtend vroeg heb ik de tweede interval van de week afgewerkt. Hierbij moet ik zo'n 15x 1 minuut min of meer sprinten, zodat mijn hartslag boven het omslagpunt uit komt. Dit om het anaeroob vermogen te trainen. Deze training is zwaarste van de twee, oa omdat er per inspanning maar 2 minuten rust tussen zit, en dat is niet heel veel. Volgens mijn Polar trap ik per interval steeds ruim 400 watt weg. Het viel me danook bijzonder zwaar, maar ik heb de training helemaal af kunnen werken:
Op zondag was het tijd voor minimaal 4 uurtjes laag in D2. Ik ben richting Groesbeek/BergenDal gereden om nog een paar bultjes mee te kunnen pakken. Maar het liep eigenlijk niet vanaf het begin. Volgens het schema moet ik elk uur eindigen met 5 minuutjes in D3, maar na de eerste van de 4 voelde ik me eigenlijk al helemaal uitgepierd. De hobbeltjes liepen nog wel redelijk, maar nadat ik staand de Oude Holleweg was opgereden met redelijke snelheid was het op. De hartslag kwam daarna niet meer boven de 140. Ik heb de 4 uur niet volgemaakt en kwam na ruim drieënhalf uur thuis met net 27 gemiddeld. Stof tot nadenken. Was de interval van vrijdag teveel geweest? Herstel ik niet snel genoeg om me aan het schema te kunnen houden?
Op dinsdag weer de geplande interval training gestart. Deze is de 2e week iets minder zwaar; er zit nu 10 minuten rust tussen de intervallen en daardoor zijn het er het eerste uur maar 4. Toch liep het niet. Ik kreeg de hartslag moeilijk hoog in de 170. Na de 4 intervallen voelde ik me weer helemaal leeg. De laatste 10 minuten hoog in D3 kreeg ik er niet meer uitgeperst. Het was duidelijk dat ik het schema zo niet kon aanhouden. Dat werd de volgende dag nog duidelijker. Toen reed ik weer met de mannen mee, in het zog achterin. Mijn hartslag was nog geen 130, maar het voelde alsof ik flink aan het stoempen was om er aan te kunnen blijven; de benen waren tot weinig meer in staat. Dat baarde me dus zorgen. Meteen heb ik avonds Eric gemaild om advies. Helaas is de communicatie met hem bedroevend; ik had ook nog een mail met vragen eind maart opgestuurd waar ik tot dat moment nog geen reactie op had gehad. Hij mailde me vorige week wel meteen terug en zei er direct mee aan de gang te gaan, maar tot op heden heb ik nog niets van hem vernomen. Gezien het feit dat de communicatie voorafgaand aan de samenwerking ook al zeer moeizaam verliep is de conclussie dat de samenwerking met Sportmax niet is wat ik er van verwacht had, en wat je er als klant van mag verwachten. En dat is jammer, want ik heb wel een goed gevoel bij de aanpak. Ik overweeg nu om de samenwerking te stoppen.
Zonder advies van Eric besloot ik de vrijdag interval helemaal maar te schrappen. Die intervallen zijn zeker zinvol, met name om de algehele conditie op te krikken en een stuk snelheid te creëren, maar ik hecht toch het meeste waarde aan de lange duurtrainingen in het weekend. Gezien de ervaring van de week ervoor leek het me wijs de vrijdag training dus maar tijdelijk over te slaan, zodat er niet nog een duurtraining in het water zou vallen.
Afgelopen zondag ben ik vanuit Wageningen aan de door TCW uitgezette Bevrijdingstocht begonnen. Deze gaat over 150km en pakt boven Arnhem ruim 700 hoogtemeters. De wind was erg hard uit het oosten, maar daar had ik de eerste lus van 40 km van Wageningen naar Wageningen nog weinig moeite mee. Het rondje reed ik alleen met hartslag midden in D2 met ruim 30 km/h gemiddeld. De middenlus van Wageningen naar Arnhem was een stuk pittiger. Na een 5 tal km moest ik met een pond het water oversteken. Door de wachttijd reden er een 10-tal fietser tegelijk weg de kade op. Mooi, dacht ik, lekker in het zog de lastige tegenwind kilometers vol maken. Helaas reed ik binnen een kilometer nog maar achter 2 andere personen, en vond ik het niet langer netjes om geen kopwerk op me te nemen. Met z'n drieën hebben we flink moeten stoempen in de 20km volle tegenwind door de polder. Ik probeerde de snelheid op kop steeds rond de 30 km/h te houden, en dat viel niet mee. Achteraf bleek dat ik elke overname 350-400 watt aan het wegduwen was. Helaas was mijn hartslagmeter er in het eerste uur mee gestopt. Achteraf bleek de batterij van mijn hartslagband op te zijn. En zonder hartslag in beeld wordt het voor mij lastig. Ik fiets altijd op wat ik in beeld zie staan, zelden op gevoel. Maar het ging goed. Het was niet makkelijk, en er moesten nog heel wat kilometers worden afgelegd, maar het was wel leuk om telkens op kop de snelheid weer op te voeren richting 30 ondanks de enorme tegenwind. Op een gegeven moment moesten we een viaduct over en daar ik op kop reed besloot ik de 30 gewoon te handhaven. Dat bleek voor een van de andere 2 mannen te veel, want die waaide er van af. Na nog een aantal kilometers waren we bijna in Arnhem en gaf ik met het welbekende elleboogje aan dat er van me over genomen mocht worden, maar er kwam niemand. Toen ik omkeek bleek ik nog alleen over te zijn.
De kilometers in Arnhem heb ik rustig aan gedaan, want de tegenwind kilometers hadden er toch aardig ingewerkt. Na het verzamelpunt kon ik kiezen uit een 40km lus ten noorden van Arnhem over de Veluwe, of de kortste weg terug naar Wageningen zodat ik op 110km zou uitkomen. De keus viel op de extra lus, want ik had wel zin in hoogtemeters. Het stuk viel me echter best tegen. Het waren voornamelijk smalle slingerende fietspaadjes door het bos en tussen de heide die op en af liepen, en dat liep gewoon niet heel lekker. De klimmetjes gingen wel ok, maar ik voelde me best moe worden. Toch teveel hooi op mijn vork genomen aan het begin met de tegenwind. Na 100km heb ik dus 10 minuten pauze genomen.
Daarna ging het wel weer ok. Eenmaal weer in Anhem en begonnen aan de terugweg met meewind vond ik weer 2 kompanen waarmee het kop over kop steeds rond de 40 per uur ging. Toen het licht helde reed ik net weer op kop en omdat ik de snelheid weer vasthield herhaalde de geschiedenis zeg en waren we nog met z'n tweeën. De 10km die volgde heb ik alles gegeven wat ik had, de snelheid hing daarbij steeds tussen de 40 en 45 per uur. We deden erg lange aflossingen, en op een lang smal fietspad langs het spoor gaf ik meermalen met de elleboog aan dat ik graag afgelost wilde worden, maar door de tegenliggers kon dat niet. Daardoor bleef ik maar doortrappen. Eenmaal weer op een breder pad nam mn kompaan over en was ik blij dat ik even in z'n zog kon uit hijgen. Ik voelde dat ik niet meer herstelde zoals ik wilde, en ik kon dus ook niet meer overnemen, zeker niet toen we even de wind schuin op kop hadden en hij gewoon tegen de 40 bleef rijden. Toen het plots weer even omhoog liep heb ik afgehaakt en ben ik een rustiger tempo gaan rijden even boven de 30 per uur. Na zo'n 10 km werd ik ingehaald door de persoon die er eerder af was gevallen. Samen hebben we de resterende 10km uitgefietst. Hij had helaas nog al een stevig tempo, en daar ik niet wilde aangeven dat het me te hard ging ben ik er maar stoempend naast blijven rijden. Toen we weer voor de laatste paar kilometers tegen de wind indraaide kreeg ik het wel heel zwaar, maar ook nu ben ik er naast blijven rijden. Onverstandig, want ik wist niet half waar ik kijken moest, maar toch. De laatste 500m heb ik hem toch laten gaan want ik kon echt geen pap meer zeggen; was helemaal ongeblust. Ik voelde me dan ook in de auto en thuis na het douchen bijzonder moe. Ik heb me niet vaak zo afgepeigerd gevoeld na een dagje fietsen. Maar goed, het was een beste training, en met een gemiddelde snelheid van net geen 28 per uur inclusief de hoogtemeters en de tegenwind ben ik niet ontevreden over het resultaat.
Dinsdagochtend zat ik om 6:25 op mijn fiets, terwijl de temperatuur tegen het vriespunt hing. De opdracht was dezelfde als die van 19 april, maar bij het aanvangspunt van de eerste interval koos ik ervoor deze vandaag niet zo af te werken. Ik voelde de zondag nog een beetje dus leek het me wijs de training te gebruiken als herstel. Heb daarom het rondje afgewerkt met de hartslag midden in D2, zonder verdere uitschieters.
Vanavond staat er weer een rit met de mannen op het programma en dan ga ik gewoon weer lekker meedoen. Dus flinke kopbeurten en op een aantal punten goed los. Ik heb er zin an.
Abonneren op:
Posts (Atom)