De zon was vandaag regelmatig te zien, en aangezien dat de voorbije weken wel anders is geweest wilde ik per se vandaag de weg op. Het clubje was maar klein; we waren met z'n drieën, en de wind was behoorlijk. Ik heb steeds aan kop gereden en er een nette D2/D3 training van gemaakt. Tot aan Macharen heb ik de hartslag netjes rond 170 laten zweven, midden in de D2 zone.
Roy had vandaag z'n hartslagband niet om, maar wél zijn Polar op zijn stuur. De hele rit bleek hij echter mijn hartslag in beeld te hebben en daar heeft hij ook naar gehandeld. Tot aan Macharen viel dat nog wel mee, omdat ik steeds op kop reed en de snelheid aanpaste aan mijn cadans in combinatie met mijn hartslag. Vanaf Macharen haakte Simone echter af, en bleven we met z'n tweeën over en probeerde Roy me op de dijk flink murw te rijden. Dat probeert hij wel vaker, maar nu had hij de beschikbaarheid over mijn hartslag. We reden naast elkaar en Roy voerde de snelheid langzaam op, zonder iets te zeggen. Hij reed rechts en ik reed er naast, mijn voorwiel een halve wiellengte achter de zijne. Regelmatig keek hij op zijn Polar. We zwegen. Ik keek stuurs vooruit en ook Roy keek niet opzij. De wind was flink tegen, en met een snelheid van 36 per uur bij aanvang van het laatste stuk dijk zat mijn hartslag al meteen op 180. In de 5 minuten die volgde steeg mijn hartslag heel langzaam maar zeker tot voorbij mijn omslagpunt, om te stabiliseren op 192 bij een snelheid van rond 39 km/h. Veel kon er vandaag gebeuren, maar ik zou niet opgeven. Hij kon op z'n teller zien dat ik het zwaar had, maar hij zag er zelf ook niet top uit. Zo reden we zwijgend naast elkaar door. De renner die z'n tegenstander wil breken, en de renner die zijn tegenstander hem niet wil laten breken. Impasse. Ik ging er vanuit dat hij dit ook niet eindeloos zou volhouden, en ik zou minimaal even lang schuin naast hem blijven rijden. Na 7 minuten fietsen was ook Roy blijkbaar lichtelijk vermoeid, want hij liet ineens de snelheid iets teruglopen naar 36 per uur. Meteen zakte mijn hartslag naar 181. Ha! Kon hij weer opnieuw beginnen! Ik dacht dat de oorlogsvoering nu wel over was, maar zo dacht Roy er niet over. De wetenschap dat ik snel herstelde leek hem niet te ontmoedigen. In plaats daarvan zette hij weer flink aan; de snelheid naar de 40 per uur, 41 per uur, 42 per uur. Mijn hartslag liep weer op naar de 188. Geen zorgen dacht ik. Ging net ook goed. Maar helaas kregen na een paar minuten de benen het wat moeilijk. Met een hartslag a 188 en vol lopende benen zat ik niet meer lekker. Ik dook in z'n wiel want ik wilde niet te lang op het randje rijden, anders zou hij wellicht nog van me wegrijden. Hij is de betere hardrijder, en ik had de 1e 40km het grootste gedeelte van het kopwerk op me genomen, dus ik vond het geen schande. In Roy z'n wiel zakte mijn hartslag weer naar 182. Met nog 2 km ben ik weer naast hem gaan rijden, schijnbaar moeiteloos (ik hoopte dat het zo overkwam); hartslag op185, maar Roy had echter nog een toetje in z'n achterzak. In de laatste kilometer versnelde hij weer en ik kon bij 43 km/h weinig anders doen dan weer in zijn wiel duiken. Hij ging de laatste halve kilometer nog 2x staan op z'n pedalen waardoor we met ruim 45 km/h bij de haven van Lithoijen kwamen.
Het was een leuk spel. We hebben het in de laatste 4 km uit fietsen naar huis totaal niet over gehad. Ik denk dat we beide tevreden waren. Goed gefietst. Goede training, en elkaar goed afgetast. Hij blijft natuurlijk de betere hardrijden van ons twee, maar ik bleef wellicht toch langer naast hem fietsen dan hij had gedacht.
dinsdag 31 augustus 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten